De woorden ‘boer’ en ‘toekomst’ roepen al heel wat zaken op, zeker wanneer ze samen geplaatst worden in één zin. Kunnen jullie even uitleggen wat deze woorden voor jullie betekenen en wat het project exact inhoudt? 

Bram: "Voor mij is de betekenis van Boer & Toekomst heel evident. Boeren zorgen ervoor dat er eten op ons bord ligt. Toekomst duidt op morgen en verder vooruit. Enerzijds lees ik ‘boer én toekomst’, dus boeren die naar de toekomst kijken. Anderzijds lees ik ‘boerentoekomst’, dus een toekomst voor boeren. Dit spreekt een beetje voor zich, maar het is wel de essentie van wat we willen bereiken. We willen samen met de (kern)leden en het Nationaal Bestuur vooruitkijken en nadenken. We willen ons laten inspireren en een visie vormen over hoe we morgen zullen boeren en wat we daarvoor nodig hebben.” 

Maarten: “Voor mij houdt het voornamelijk in dat we kijken naar de uitdagingen die de toekomst met zich meebrengt en hoe we daar als boer mee om moeten gaan. Enkele vragen die ik dan stel zijn bijvoorbeeld: Hoe moeten we morgen gaan boeren? Wat voor toekomst hebben wij als boer zijnde in Vlaanderen? Samen met alle leden willen we hier eens breed over nadenken. Verder willen we visueel uitwerken hoe onze toekomst eruitziet met alle uitdagingen meegerekend.” 

"Als het hele project een bus zou zijn, dan zouden de vrijwilligers aan het stuur zitten."

Bram Van Hecke, voorzitter Groene Kring

Jullie leggen duidelijk de nadruk op vooruitkijken sámen met de leden. Welke rol spelen de vrijwilligers dan exact in het traject van Boer & Toekomst? 

Bram: “Wel, als het hele project een bus zou zijn, dan zouden de vrijwilligers aan het stuur zitten. Van daaruit is het hele project ook gestart. Het Nationaal Bestuur heeft het belang van dit alles aangekaart, waardoor we aan de slag zijn gegaan om het verder uit te werken. Uiteindelijk zijn het de vrijwilligers, de leden, de jonge boeren, die bepalen hoe ze hun toekomst het liefst zien. Zij bepalen wat belangrijk blijkt en waarop er sterker ingezet moet worden.” 

Dus de leden bepalen de toekomstvisie samen met Groene Kring. Wat houdt deze toekomstvisie in? Welke doelstellingen bestaan er al? 

Bram: “Dat is nu net de vraag. We beginnen nu net met brainstormen en laten ons inspireren. De volgende fase is dan om daarmee aan de slag gaan. Natuurlijk zijn er een aantal elementen die er zeker in zullen zitten. Ten eerste moet er plaats zijn voor boeren, want zij zorgen voor eten en voor een leefbaar platteland. Ten tweede lijkt de focus op lange termijn mij ook enorm belangrijk. We zijn hier niet om eens een jaartje iets uit te proberen en dan zien we wel, zo werken we niet. Als je met natuur bezig bent of werkt als boer, is dit geen optie. Voor ons gaat het dus zeker over een traject op lange termijn. Voor de rest van de doelstellingen verwacht ik input van de leden.”  

Vooraleer de leden hun input kunnen geven, moeten ze natuurlijk geïnspireerd worden, zoals jullie al duidelijk aangeven. Op welke manier hopen jullie dit te doen? 

Bram: “We werken eigenlijk met vrijwilligers op verschillende niveaus en hebben dan ook een verschillende aanpak. Voor ons Nationaal Bestuur hebben we een hele namiddag voorzien om een aantal experts en visiemakers op vlak van landbouw aan het woord te laten. Ik heb het dan bijvoorbeeld over mensen uit het ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) of de KU Leuven. Op het niveau van de Provinciale Kernen voorzien we een online webinar, waarbij een aantal landbouwers die het volledig anders aanpakken aan het woord zullen komen. Uiteindelijk kunnen we nog steunen op Tessa Avermaete, professor bio-economie aan de KU Leuven. Zij zal ons door heel het proces begeleiden en ons blijven uitdagen.”

Jullie spraken daarnet ook over uitdagingen. Kunnen jullie enkele voorbeelden geven van zo’n uitdagingen die de kop op steken? 

Maarten: Ja, we hebben het dan vooral over de huidige dossiers, zoals het gekende stikstofdossier. Ik vrees ook dat in de toekomst klimaat zeker een punt zijn van discussie zal zijn. Verder is ook water een grote uitdaging, zowel wateroverlast alsook droogte. Dit zijn allemaal uitdagingen die op ons afkomen en waar we in de toekomst naar een oplossing moeten zoeken.” 

Het gaat hier duidelijk om de verhouding tussen land(bouw) en de maatschappij. Hoe staat het nu met de verhouding tussen beiden en waar hopen jullie met dit project naartoe te werken? 

Bram: “Vandaag de dag zijn landbouw en maatschappij een beetje uit elkaar aan het groeien. Ze kennen elkaar steeds minder, omdat er steeds minder mensen zijn die opgroeien binnen landbouwbedrijven. Terwijl veel boeren produceren voor de markt, en dan heb ik het niet over de typische zondagsmarkt, maar echt over de wereld- en Europese markt, komen zij weinig in aanraking met consumenten. Mijn hoop voor de toekomst is dat de band tussen boer en consument vernauwd wordt. Als beide partijen dichter bij elkaar staan, zullen ze elkaar ook beter begrijpen. Om die reden zetten we verschillende projecten op om dit te verwezenlijken. Zo hebben we met Rikolto jonge boeren en jonge burgers samengebracht. Dit lijkt heel evident, maar ondanks dat ze weet hebben over elkaars bestaan, zijn ze vaak nog niet echt met elkaar in gesprek getreden. Door zo’n gesprek te organiseren, merk je onmiddellijk een wederzijds begrip en daar willen we dan ook graag verder op inzetten.”

"Het Utopia voor boeren bestaat net uit oplossingen zoeken voor uitdagingen."

Bram Van Hecke, voorzitter Groene Kring

Stel nu dat er een ideale landbouwomgeving zou bestaan, een soort van Utopia, hoe zou die er dan uitzien? 

Maarten: “Goh, een landbouwomgeving zonder uitdagingen? In Vlaanderen is dat sowieso moeilijk te formuleren. Ik geloof dat je dan ergens naar putje Amerika moet trekken, waar er grote vlaktes en geen buren zijn. Maar goed, we zitten op de plek waar we zitten, en ideale omstandigheden om aan landbouw te doen bestaan niet. Eén ding is zeker, en dat is dat het in samenwerking zal zijn met de burgers en maatschappij.” 

Bram: “Ik wil graag even aanvullen dat ik geloof dat het Utopia voor boeren net bestaat uit oplossingen zoeken voor die uitdagingen. Een voorbeeld: je zit dicht bij de stad. Dat is een uitdaging, want er is veel druk van de verstedelijking, omdat iedereen graag een huis wilt bouwen. Dit hoeft geen uitdaging te zijn als je een overheid hebt die land vrijhoudt voor boeren. We hebben eigenlijk nood aan een overheid die van uitdagingen opportuniteiten maakt. Momenteel zitten we een beetje in de omgekeerde situatie, en zorgt de overheid net voor uitdagingen. Middenin al deze uitdagingen, is het ook net aan die jonge boeren om na te denken over hoe zij het zien en hoe het wel kan. Het is superbelangrijk om te kijken en in te zetten op de dingen die wel lukken, in de plaats van de dingen die ons zorgen baren.”