Dag Uwi en Senne. Stel jezelf eens voor.
Uwi: “Ik ben Uwi Van Hauwermeiren. Als vrijwilliger bij Wel Jong én ook in mijn vaste job werk ik met andere organisaties rond inclusie. Het liefst neem ik daarbij deel aan panelgesprekken waar de genderstereotypen in vraag worden gesteld. Daarnaast doe ik soms nog wat modellenwerk. Ik benoem mezelf als non-binair en bewandel al enkele jaren een traject van sociale en fysieke transitie.”
Senne: “Ik ben Senne Misplon en ik studeer voor een Master of Arts in gender en diversiteit. Daarnaast ben ik ook ondernemer en geef lezingen op scholen, op evenementen en bij bedrijven en organisaties. Die lezingen gaan over alles wat te maken heeft met gender en seksuele diversiteit, vertrekkend vanuit mijn ervaring als trans man. Net zoals Uwi ben ik ook woordvoerder van Wel Jong.”
Kunnen jullie kort toelichten wat Wel Jong doet?
Senne: “Wij zijn een jongerenorganisatie die draait door en voor jongeren, ondersteunt door een staf. Onze belangrijkste doelstelling is ontmoetingen mogelijk maken en een plaats creëren waar jongeren zichzelf mogen zijn. We doen dit door kampen, projecten en online platformen aan te bieden of door lokale activiteiten te organiseren. Zo hebben we in bijna elke provincie wel een lokale werking.”
Uwi: “Daarnaast willen we andere jeugdwerkingen of organisaties ondersteunen met de kennis die we hebben, onze ervaring en thema’s delen, en de bredere samenleving sensibiliseren door bijvoorbeeld lezingen te houden en relevante info te delen, via sociale media, met onze achterban.”
Ontmoeting en kennis delen, dat zijn twee dingen die Groene Kring ook doet! Komen jullie ook op voor de rechten van jongeren?
Uwi: “Zeker en vast. We kijken wat er leeft bij onze jongeren en waar zij nood aan hebben. Vervolgens proberen wij hun stem te laten horen.”
Senne: “De moord op David Polfliet (die via een datingapp voor homo- en biseksuele mannen naar een park werd gelokt en daar werd vermoord, red.) vorig jaar was een tragisch, maar goed voorbeeld. Er heerste veel angst bij jongeren en er kwamen zeer veel vragen. We spraken met verschillende ministers om onze bezorgdheden te uiten. Daardoor is later het ‘Safe(r) Spaces’-project ontstaan.”