"Tijdens mijn opleiding agro- en biotechnologie aan de Thomas More hogeschool in Geel maakte ik kennis met John Beardmore, de man die aan de basis ligt van mijn buitenlandse avonturen. John is verbonden aan de universiteit van Ohio, waar hij medewerker is bij The Ohio Program. Dit is een programma om buitenlandse stagiairs aan te trekken om een seizoen mee te draaien op Amerikaanse land- en tuinbouwbedrijven. Dankzij dit programma kon ik 2 jaar geleden deel uitmaken van de 2018 crew bij Beckley Harvesting uit Colby, Kansas. Het werd een reis van 8 maanden waarin we met 6 maaidorser doorheen centraal west-Amerika trokken, het rijpende graan achterna van zuid naar noord. Het was een droom die uitkwam, een avontuur om nooit te vergeten en dat smaakte naar meer. Afgelopen najaar begon het terug te kriebelen en nam ik terug contact op met John, ik wou er terug op uit!"

"Amerika was omwille van visum-reglementering geen optie meer, maar er was wel een tweede mogelijkheid: Canada! Op aanraden van John nam ik contact op met de International Rural Exchange Canada, kortweg IRE. Deze organisatie organiseert stages in buiten- en binnenland, zowel voor Canadezen als niet-Canadezen. Hiervoor werken ze samen met partnerorganisaties in de landen in kwestie. Voor Vlaanderen is dat Groene Kring, met Lieke Boekhorst als contactpersoon. Groene kring fungeert als tussenpersoon tussen mij en IRE en helpt waar kan en waar het nodig is bij het aanvragen van de nodige papieren. Eens alle papieren in orde waren, kreeg ik van de IRE het voorstel om te komen werken bij Dieselross Farms Ltd, een middel-groot akkerbouwbedrijf nabij Grande Prairie, Alberta.Ik was meteen enthousiast!"

"Ondertussen zit ik al 3 maand in Canada. 3 maanden die voorbij gevlogen zijn, 3 maanden de tijd van men leven, en niet in het minste de afgelopen 6 weken! Na al het onderhoud en sleutelwerk in de shop zijn we eindelijk aan het echte werk kunnen beginnen, oogst 2019 en zaai 2020! Vorige herfst was er een abrupt einde gekomen aan de oogst door zeer vroege sneeuwval. 1500 acres (een dikke 600 ha) koolzaad was achtergebleven in het veld en moest dus eerst nog geoogst worden. De laatste week van april begon het aardig te kriebelen om stof te beginnen maken met de maaidorsers. Het weer zat mee en alles leek goed op te drogen en rond ons begonnen de eerste collega's zogenaamde testcuts te maken om te kijken hoever alles stond."

"Testcuts maken is hier onder de landbouwers de voornaamste vorm van groepsdruk. Zodra de eerste combines in het veld staan schiet iedereen in actie. Ook wij zijn dan maar begonnen met stalen nemen en die zagen er verrassend goed uit. Voor zover we uit de stalen konden afleiden, leek er ondanks de lange winter weinig opbrengst- en kwaliteitsverlies te zijn en qua vochtgehalte zal je in de lente zelden problemen hebben in koolzaad. Hoewel het gewas klaar was om geoogst te worden liet de bodem dat nog niet toe. Beide Lexions zijn uitgerust met rupsen maar lieten toch nog diepe sporen achter. In het najaar liggen ze daar hier zo niet wakker van, dan moet alles er zo snel mogelijk af, koste wat het kost. In het voorjaar daarentegen is dat een heel ander verhaal en willen ze dat zoveel mogelijk beperken omwille van de manier waarop hier gezaaid wordt."

"Na een heleboel testcuts en samples werd uiteindelijk op 2 mei groen licht gegeven om te beginnen dorsen. Naar goede gewoonte gaan de eerste dagen altijd wat moeizamer. Het koolzaad lag zo goed als plat tegen de grond en dat werkt niet gemakkelijk. Bovendien zitten er hier veel stenen in de grond, dat helpt natuurlijk ook niet echt. De vorst duwt die stenen uit de grond en het gewas heeft zich daar mooi over gelegd. Moeilijk te zien vanuit de cabine, maar je hoort en voelt het meteen als je ze mee binnentrekt."

"Mijn job tijdens de oogst was onderverdeeld in 2 grote delen. 's Morgens begon ik op de graincart totdat de eerste vrachtwagen geladen is. Daarna nam Ian de graincart van mij over en kon ik met de vrachtwagen terug naar de boerderij om te gaan lossen. Oorspronkelijk was het plan om rechtstreeks bij de graanhandelaar te gaan lossen, maar die annuleerde de treinen omdat de oogst te traag op gang kwam en hij niet voldoende volume zou hebben om de wagons te vullen vooraleer ze die terug kwamen halen. De treinen staan hier op een heel strikt schema omdat er maar een enkele hoofdlijn is en die moet gedeeld worden met alle verschillende graanterminals en de olie-industrie die het spoor gebruikt om frac-sand aan- en ruwe olie af te voeren. Zodoende moesten we alles zelf opslaan in de 'bin' (silo) op de boerderij."

"Elke dag hadden we een 4-tal vrachtwagens vol, samen goed voor een dikke 160 ton. Hier in Noord-Amerika met de vrachtwagen rijden blijft toch iets bijzonder, Beide vrachtwagens zijn uitgerust met manuele 18-speed eaton fuller-versnellingsbakken omwille van het hoge treingewicht. Een 18-speed was voor mij ook even wennen, ik was gewoon om met een 10-speed te rijden, maar 18 is toch wel even het kopke erbij houden, maar ik zou niet anders meer willen. 'An 18-speed seperates the men from the boys' zeggen ze hier wel eens, maar eenmaal je begrijpt hoe het werkt is het kinderspel!"