Dag Romy. Hoe ben je bij Groene Kring terechtgekomen?

Romy: “Ik woon in Veurne en was lid van KLJ. Heel wat leden van KLJ schuiven door naar Groene Kring. Ik ging al naar verschillende activiteiten en een jaar later werd ik tijdens de startactiviteit gevraagd om kernlid te worden.”

Naar welke activiteit kijk je telkens het meeste uit en waarom?

Romy: “De bedrijfsbezoeken vind ik persoonlijk het leukst, want daar ontdek je de werkwijze van iedere landbouw(st)er en daar kan je veel van leren. Ook bedrijfsbezoeken in de agrovoedingssector zijn interessant. Maar eigenlijk is iedere activiteit plezant, want Groene Kring Veurne is gewoon een hechte, enthousiaste bende.”

Vertel eens, hoe ziet een werkdag er voor jou uit?

Romy: “Elke voormiddag ben ik bij de moederdieren waar ik verantwoordelijk voor ben. In de namiddag ga ik werken op een varkensbedrijf. Daar houd ik me vooral bezig in de zeugenstal, dus zeugen vaccineren, kraamzorg, biggenbehandeling … ’s Avonds doe ik een laatste ronde bij de moederdieren. Tussendoor probeer ik te helpen op het bedrijf van mijn vriend Jeroen.”

Je komt in contact met verschillende dierlijke sectoren. Merk je een verschil in aanpak rond dierenwelzijn?

Romy: “Toch wel. Bij varkens is dierenwelzijn meer besproken dan bij melkvee. Bij melkvee nemen de veehouders zelf meer initiatief voor bijvoorbeeld de klauwverzorging of op het vlak van comfort (denk maar aan ligboxen, koeborstels, vlakke vloeren in plaats van roosters enzovoort). Bij melkvee legt de overheid minder verplichtingen op. Investeringen in dierenwelzijn hebben een duidelijker rendement bij koeien dan bij varkens. De melkgift per koe zal stijgen, maar een zeug zal niet plots meer biggen werpen.”

En wat met labels?

Romy: “Er bestaat een label ‘Beter leven’. Een van de voorwaarden is meer hokoppervlakte voor de dieren. Door de stikstofregelgeving zullen we nieuwe stallen moeten bouwen, omdat nog niet alles ammoniakemissiearm is. Wil je met labels werken, moet je niet alleen diervriendelijk maar ook economisch te werk gaan. Indien nodig zullen we moeten investeren in een nieuw wekensysteem. Er zijn ook voorwaarden van het label ‘Beter leven’ waaraan we wel al voldoen, zoals het niet castreren van biggen.”

Op welke manier komen jullie tegemoet aan het dierenwelzijn bij de varkens en koeien?

Romy: “Voor de kettingen van de biggen gebruiken we biologisch hout en de zeugen krijgen speelgoed om hun stressniveau te verlagen. De zeugen zitten ook in balanskooien, waardoor ze minder snel op de biggen kunnen gaan liggen. Omdat we een water-mestkanaal gebruiken als emissiearme techniek, is er meer wind dan in een gewone stal. Daarom hebben we in de batterijen een deel voorzien van vloerverwarming. Je ziet dat de biggen daar graag liggen. We plaatsen ook zeugen die toekomen in quarantaine op stro. In plaats van de vier wettelijk verplichte weken, zetten wij ze voor acht weken in een halfopen schuur. De koeien hebben brede en comfortabele ligboxen, een mestrobot, goede ventilatie tegen hittestress in de zomer enzovoort. We hechten veel belang aan dierenwelzijn, omdat je het merkt aan de resultaten.”

Wat is jouw visie op de nieuwe maatschappelijke eisen en wettelijke regels rond dierenwelzijn? Is er op landbouwbedrijven volgens jou tegenwoordig voldoende aandacht voor dierenwelzijn?

Romy: “Aandacht voor dierenwelzijn gaat volgens mij in stijgende lijn. Enerzijds wordt er meer en meer verwacht van jonge boeren. Anderzijds heeft de inzet zich al bewezen in de vorm van een positieve invloed binnen de veestapel. Meer oppervlakte per dier geeft minder pootproblemen en de ziektedruk zakt, nieuw speelgoed voor varkens zorgt voor minder verveling, een mestrobot bij koeien zorgt voor droge voeten en minder klauwziekten … Aan alles is natuurlijk een kostprijs verbonden.”

En hoe gaat het nu verder?

Romy: “Er spelen heel wat maatschappelijke verwachtingen, maar die moeten realistisch en haalbaar zijn. De theorie ziet er meestal fantastisch uit, maar vaak krijg je in de praktijk niet het verwachte effect. Daarnaast vergeten consumenten dat je als jonge landbouw(st)er en dierenliefhebber niets liever hebt dan dat je dieren gelukkig en gezond zijn.”