Waarom is er een stikstofproblematiek?

Stikstof is een voedingstof voor planten. Sommige planten zijn van nature zo geëvolueerd dat ze het beste groeien als er weinig voedingsstoffen zijn. Dat zijn vaak de planten die in natuurgebieden staan, bijvoorbeeld heide. Wanneer er meer voedingsstoffen (stikstof) zijn zullen andere planten gemakkelijker groeien, bijvoorbeeld brandnetels en bramen. Deze kunnen dan de soorten die groeien bij voedingsarme omstandigheden verdringen. Dat is ongewenst in natuurgebieden waar men net die soorten wil laten groeien. 

Verschillende activiteiten zorgen voor de uitstoot van stikstof, o.a. industrie, verkeer en landbouw. Concreet gaat het om ammoniak en stikstofoxides die worden uitgestoten in de lucht. Deze stikstofverbindingen kunnen terug neerslaan (depositie). In geval van ammoniak, dat vooral in veehouderij wordt uitgestoten, gebeurt de depositie eerder dicht bij de bron van uitstoot. In geval van stikstofoxides, dat vooral in industrie, verkeer en verbrandingsprocessen wordt uitgestoten gebeurt de depositie vaak verder van de bron van emissie. Stikstofoxides zijn immers een lichtere gassen. 

De maximale hoeveelheid stikstof die er in een gebied mag neervallen zonder negatieve invloed te hebben op de natuurontwikkeling, noemt men de kritische depositiewaarde (KDW). Deze verschilt per natuurgebied en is afhankelijk van de doelsoorten in dat gebied. Zo is bijvoorbeeld heide gevoeliger dan de meeste bossen. 

Van waar komt deze stikstof?

Alles waar verbranding aan te pas komt is een mogelijke bron van stikstofoxides, dit is dus o.a. verkeer en industrie. Vanuit landbouw is er ammoniakemissie vanuit mestproductie- en opslag en het toedienen van dierlijke mest en bepaalde kunstmest. 

Van alle stikstof die in Vlaanderen neerslaat, is ongeveer de helft afkomstig uit het buitenland. Luchtbewegingen stoppen immers niet aan de grenzen. Verder zijn landbouw (40%) en verkeer en industrie ook voorname bronnen. 

Is dit probleem al langer gekend?

De impact van stikstof op natuurontwikkeling is al langer gekend. Daarom is stikstofuitstoot een element dat wordt beoordeeld in vergunningsaanvragen, middels de programmatische aanpak stikstof (PAS). Dit was het systeem met de groene-oranje-rode brieven dat bij velen misschien beter gekend is. 

In deze PAS wordt er voorafgaand aan de vergunningverlening van een activiteit ingeschat hoe de stikstofdepositie veroorzaakt door de geplande activiteit zich verhoudt tot de kritische drempelwaarde van SBZ in de buurt. Dit is het zogenaamde significantiekader. Zolang de impact van de activiteit < 5% van de KDW was, dan kon je nog uitbreiden. Tussen de 5 en 50% was hervergunning en uitbreiding zonder stijging van de stikstofuitstoot mogelijk en boven de 50% was er geen vergunning mogelijk.  

Waarom is het probleem nu zo actueel?

Op 25 februari 2021 is op basis van een individueel dossier beoordeeld dat het significantiekader onvoldoende zekerheid geeft dat stikstofuitstoot geen negatieve invloed heeft op de SBZ. Waarom? 

  • Het toegepaste significantiekader is onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd en niet objectief.  

  • Er wordt geen rekening gehouden met het cumulatieve effect van alle bedrijven in de buurt. Bijvoorbeeld: als er 30 bedrijven zijn die elk voor 5% van de KDW zorgen, valt er in totaal 150% van de KDW neer op het natuurgebied en dus wordt de drempel overschreden. 

  • Bovendien moet onderzocht worden of er geen negatieve invloed is op VEN-gebieden (Vlaams ecologisch netwerk). Concreet betekent dit dat de impact van een bedrijf op een groter aantal natuurgebieden onderzocht moet worden dan voorheen het geval was. 

Hoe zal het beleid hier verder mee omgaan?   

De Vlaamse regering had voor het arrest al een traject gestart om een nieuwe programmatische aanpak stikstof op te stellen. Er worden verschillende scenario’s voorbereid die een verlaging van de stikstofdepositie als doel hebben. In die scenario’s wordt er momenteel gekeken naar verschillende sectoren (niet enkel landbouw) en er zal ook onderzocht worden welke socio-economische impact dit zal hebben op de betrokken sectoren. 

De scenario’s die een voldoende grote reductie in stikstofuitstoot kunnen veroorzaken zullen onderworpen worden aan een openbaar onderzoek. Op basis van de resultaten hiervan beslist de Vlaamse regering uiteindelijk (vermoedelijk na de zomer) welke maatregelen getroffen zullen worden om de stikstofproblematiek aan te pakken.  

Groene Kring zal er mee over waken dat er rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van jongeren. Het moet voor jongeren in de sector of jongeren die in de sector willen gaan starten immers mogelijk blijven om hun bedrijf te kunnen ontwikkelen. 

In afwachting van dit traject werkt de Vlaamse regering aan een tijdelijk kader dat als basis voor de vergunningverlening kan dienen. 

Welke impact heeft dit op onze bedrijven? 

Het staat vast dat dit alles impact zal hebben op de vergunningverlening. De gehele wetgeving rond PAS staat op zich nog wel, maar het arrest kan aangegrepen worden als precedent: lopende vergunningenverleningen op basis van het bestaande significantiekader lopen het risico om met succes aangevochten te worden door personen/instanties die tegen de vergunning zijn. De vergunningsverlenende overheden zijn daarom niet langer geneigd om dit kader te gebruiken om vergunningen te verlenen. 

  1. Verleende vergunningen 

Voor vergunningen die verleend zijn en waar de procedure afgelopen is (waar dus geen bezwaartermijnen of dergelijke meer lopen) zal er waarschijnlijk niets veranderen.  

  1. Lopende dossiers: hervergunning en uitbreidingen 

Aankomende en lopende hervergunningen zullen getoetst worden aan het tijdelijke vergunningenkader. Maar totdat dit kader er is, komen lopende hervergunningen terecht in een bestuurlijke lus: er worden dan extra documenten opgevraagd om de vergunning op te baseren.  

In afwachting van het tijdelijke kader is het in principe zo dat er bij een vergunningaanvraag via een “passende beoordeling” aangetoond moet worden dat de (her)vergunning geen negatieve impact heeft op nabijgelegen natuurgebieden. Het ontbreekt momenteel echter aan voldoende nauwkeurige manieren om met zekerheid aan te tonen dat er geen negatieve impact is.   

De verwachting is dat voor uitbreidingen het kader strenger zal zijn dan dat we het de afgelopen jaren kenden. 

Wat doet Groene Kring?

Groene Kring zal er alles aan doen om de belangen van jongeren te verdedigen en te anticiperen op evoluties in het dossier. Bij concrete vragen of bedenkingen kan je contact opnemen met je consulent.