Het voorbije jaar kregen we opnieuw het bewijs dat landbouwbeleid vandaag vaak meer lijkt op een experiment dan op een visie. Door het verdwijnen van actieve stoffen kwamen teelten overal onder druk te staan. Van trips in prei tot bladluis in kropsla: het was knokken om onze gewassen gezond te houden. En zoals altijd waren er handelaren die handig profiteerden van de miserie op het veld. Europa lijkt vergeten dat wij boeren al jaren aan de frontlinie staan. Terwijl miljarden richting defensie vloeien om “terug slagkrachtig” te worden, blijft onze eigen voedselstrijdmacht met botte messen tegen plagen en ziekten vechten. Wanneer krijgen wij terug degelijke munitie om deze oorlog te winnen?
Ook op vlak van arbeid werd onze plukkaartregeling ondergraven. Het sterke akkoord over seizoensarbeid dat tijdens corona werd afgesloten wankelt na een uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Nochtans was het een tripartite tussen loonstijging, het vastleggen van de 100-dagenregeling en een compensatie voor de groenten- en fruitsector. De brief tot wijziging vanuit de FOD werd alvast ijverig doorgestuurd om ons schrik aan te jagen, maar de rest? Afwachten. Hopelijk kan onze partner Boerenbond nog maar eens een mirakel verrichten om deze veldslag recht te trekken.
Natuurlijk toonde de sector zich toch van zijn innovatiefste kant. Een belangrijke innovatie is de teelt van hydroprei. De markt reageerde nog wat onwennig en het regende negatieve reacties op sociale media met als hoofdbezorgdheid ‘de smaak telt niet meer’. De realiteit biedt mij te zeggen dat velen van hen waarschijnlijk nooit het verschil zullen proeven tussen geteeld in de grond of hydro-geteeld. Daarnaast zijn de experimenten op de teelt van tomaten op mobiele goten en onderzoek naar het hergebruik van organische substraten veelbelovend.
Qua verkoop was het geen boerenjaar. Zowel witloof als paprika, tomaat en komkommer kenden een lastiger jaar. In de vollegrond drukte buitenlands overaanbod de prijzen: buurlanden als Nederland en Frankrijk bezitten betere producten waardoor ze goedkoper kunnen telen. Handelaars maakten dan ook gebruik van de situatie om de klok te gaan beïnvloeden. Asperges kenden een goede start met een redelijk stabiele prijsvorming doorheen het jaar. De industrie daarentegen zit met grote overschotten waardoor we verwachten dat de vraag dalende zal zijn. Het beloven nu al spannende contractonderhandelingen te worden. Met de brand in Horafrost is veel capaciteit verloren gegaan waardoor verschillende telers met de handen in het haar zitten. In het fruit lijkt de pendel terug te slaan: na een goed jaar door lager aanbod dreigt nu overproductie de prijzen te doen kelderen.
De sector is dus genoodzaakt om verder te blijven innoveren met de rug tegen de muur. Terwijl defensie gebruik kan maken van supersonische raketten en dure drones worden wij met zalfjes en pleisters op het veld gestuurd. Gelukkig slagen wij – experten van ’t veld – erin om vanuit onze eigen ervaring onze gewassen gezond en productief te houden! Opnieuw te velde dan maar?
Willem Derynck voorzitter werkgroep tuinbouw