Wat doen jullie zoal op jullie bedrijf?

Louis-Philippe: “Wij hebben een zachtfruitbedrijf, maar telen ook groenten in de openlucht en hebben enkele akkerbouwteelten. Er is genoeg werk, daarom stapten mijn zus en ik na onze studies – respectievelijk twee en drie jaar geleden – mee in het bedrijf. Daarnaast werken we ook met seizoenarbeiders. Onder de naam ‘Vriendtjesfruit’ spitsen we ons bovendien ook toe op de korte keten. Die naam komt uiteraard van onze familienaam en het fruit dat we kweken.”

Jullie deden ook mee aan het tv-programma Boerenjaar. Wat maakt jou zo boerentrots?

Louis-Philippe: “We werden al gevraagd voor het eerste seizoen van Boerenjaar, maar toen was mijn vader erg ziek. Onze gedachten gingen volledig naar het bedrijf. Toen we de uitzendingen van dat eerste seizoen zagen, vonden we het heel mooi om te zien hoe trots elk deelnemend landbouwgezin was op wat ze deden. Na de laatste aflevering stuurde ik een mailtje om te zeggen dat ook wij gerust wilden meewerken aan een volgend seizoen, want we doen geen alledaagse dingen. Zo kwamen we in het tweede seizoen terecht. Ik ben er nu eenmaal trots op dat we elke keer weer kunnen uitkijken naar het eerste vruchtje aan de planten en dat nadien ook kunnen opeten.”

Hoe heb jij kennisgemaakt met Groene Kring?

Louis-Philippe: “Het vrijwilligerswerk werd met de paplepel ingegeven. Mijn vader is actief bij Landelijke Gilden, mijn moeder bij Ferm, mijn zus bij de KLJ en ook ik zit bij de KLJ en bij de Tuinderskring Grove Groenten. Bij Groene Kring kwam ik terecht via vrienden die al lid waren. Ik ging mee naar een startactiviteit van Groene Kring Roeselare en ben vervolgens naar de andere activiteiten blijven gaan. Na een jaar als lid, werd ik ook kernlid. Dat doe ik nu al drie jaar en ik hoop het nog een tijdje te kunnen doen. Vorig jaar heb ik ook de stap gezet naar de provinciale kern van West-Vlaanderen. Daar komen interessante onderwerpen en thema’s aan bod. Tot slot ben ik dit jaar ook nog gestart in de provinciale vakgroep Grove Groenten van Boerenbond.”

"Canadezen zeggen dat we in België te dicht op elkaar leven, maar zij moeten wel twee uur rijden om naar school te gaan."

Louis-Philippe Devriendt, Groene Kring Roeselare

In juni ging je mee op nationale Groene Kringreis naar Canada. Hoe heb je het daar gesteld?

Louis-Philippe: “We hebben er veel plezier beleefd. Zo hebben we veel bedrijven bezocht, maar vooral de bedrijven met groenteteelt vond ik interessant. Wat me het meest zal bijblijven, is een tuinbouwer die drie gewassen kweekte: bladselderij, wortelen en uien. Hij zaaide steeds gerst mee als hij wortelen en uien zaaide. De grond die hij daar bewerkte was zuivere turf, met daaronder een kleilaag. De gerst beschermde het andere zaad tegen winderosie.”

Is het beter in Canada, denk je?

Louis-Philippe: “In Canada liggen de percelen vaak rond het bedrijf of op een kleine afstand. De afstanden zijn er ook groter. Daardoor hoorden we wel vaker van een sociaal isolement. Meestal moesten boeren een uurtje rijden tot ze bij hun dealer waren, twee dorpen verderop. Scholen vond je alleen in steden, waardoor de kinderen opgehaald moesten worden door een schoolbus. Ritjes van twee uur waren niet uitgesloten. Veel Canadezen zeggen dat we in België en Nederland te compact op elkaar leven. Dat ondervinden we als boeren nu natuurlijk ook, denk maar aan de problemen rond vergunningen en geurkaders. Toch mag je mij nog steeds België geven, want daar is meer leven in de brouwerij. Ik ben iemand die sociaal is en in het dagelijks leven veel mensen ziet. Dat zou ik in Canada toch wel missen.”

Heb je al andere buitenlandse ervaringen?

Louis-Philippe: “Tijdens mijn studies aan de Vives-hogeschool ging ik op eindejaarsreis naar Australië. Een buitenlandse stage heb ik dan weer niet gedaan. Ik heb wel verschillende stages gedaan waarbij ik met buitenlands personeel heb samengewerkt. Daaruit heb ik veel geleerd over de mentaliteitsverschillen tussen de nationaliteiten. Ik wil ook nog graag landen bezoeken waar de groenteteelt op topniveau zit. In Duitsland heb ik alvast één bedrijf aangestipt dat ik wil bezoeken: Mählmann Gemüsebau.”