Vanaf 13 september organiseert het Departement Landbouw en Visserij in elke provincie twee infosessies om alle nieuwigheden toe te lichten. Het is zeker en vast aan te raden om één van deze infosessies bij te wonen. Het GLB is van groot belang voor de landbouwsector. Groene Kring heeft dan ook hard gewerkt om ervoor te zorgen dat het GLB werkt voor jonge boeren: 

Actieve boer 

De juiste middelen bij de juiste landbouwers krijgen is voor Groene Kring één van de basisprincipes van het GLB. In het nieuwe GLB wordt een definitie ingevoerd die het onderscheid zal maken tussen actieve en niet-actieve landbouwers. Een typisch voorbeeld van niet-actieve landbouwers zijn pensioenboeren.  

Om dat onderscheid te maken zal de focus vooral liggen op het halen van een minimale verdiencapaciteit uit een landbouwactiviteit. Voor Groene Kring blijft belangrijk dat jonge en actieve landbouwers voldoende ontwikkelingskansen krijgen. Daarom blijven we vragende partij om sofa- en pensioenboeren uit te sluiten. Anders dreigt het GLB zijn doel voorbij te schieten. 

Aanvullende inkomenssteun  

Groene Kring is tevreden dat er op Europees niveau besloten werd om het minimumbudget specifiek voor jonge landbouwers te verhogen van 2% naar 3% voor de eerste pijler. Jonge boeren krijgen door de iets grotere top-up zo een extra duwtje in de rug. Deze aanvullende steun levert een bijdrage aan de veerkracht en een leefbaar inkomen van jonge landbouwbedrijven. Een noodzakelijke aanvulling tijdens een carrièrestart. 

Betalingsrechten uit de reserve 

Jonge landbouwers kunnen gebruik maken van een reserve met betalingsrechten. Om GLB-steun te kunnen krijgen voor landbouwgronden in gebruik is het noodzakelijk om hiervoor ook betalingsrechten te bezitten. Die betalingsrechten worden via de reserve toegekend of worden gebruikt als verhoging van reeds aanwezige betalingsrechten. Aangezien jonge landbouwers doorgaans nog niet de kans kregen om buffers aan te leggen om zo’n rechten aan te schaffen, is Groene Kring voorstander van deze maatregel. Nieuw is dat jonge landbouwers de aanvragen uit de reserve kunnen spreiden over de volledige GLB-periode zodat er op maat gemaakte keuzes van het bedrijf gemaakt kunnen worden. Daar is Groene Kring alvast tevreden mee.  

VLIF overnamesteun 

De overnamesteun blijft niet alleen behouden maar zal ook onderworpen worden aan enkele veranderingen. De grootste daarvan is de verhoging van de uitbetaalde steunschijven van €40.000, €55.000 en €70.000 naar €40.000, €70.000 en €100.000. Ook al moet voor Groene Kring de onderste steunschijf ook verhoogd worden, zal deze maatregel ongetwijfeld bijdragen tot de generatievernieuwing door het bevorderen van de instroom van jonge landbouwers.  

VLIF investeringssteun 

Jonge landbouwers krijgen 10% extra steun in de categorieën van 30%, 40% en 50%. Omdat een landbouwbedrijf moet inspelen op verschillende ontwikkelingen en investeert in de toekomstgerichtheid van het bedrijf, is de investeringssteun al jaren cruciaal als ondersteunende maatregel. Jonge landbouwers zijn op lange termijn nodig om onze land- en tuinbouwsector te vrijwaren en hebben nog een hele toekomst voor zich. Via deze bonus wordt extra gestimuleerd om duurzaam te investeren. 

Gekoppelde steun 

Gekoppelde steun blijft een belangrijk onderdeel van het GLB om sectoren in nood extra bij te staan. In die zin is Groene Kring verheugd dat de gekoppelde steun in de vorm van de zoogkoeienpremie is kunnen blijven bestaan, dan wel gekoppeld aan een vernieuwd duurzaamheidsmodel. De rundveehouderij levert niet alleen een belangrijke bijdrage aan lokaal geproduceerd vlees maar is ook een belangrijke schakel bij de instandhouding van grasland. 

Zijn er nog werkpunten? 

Natuurlijk worden er in het GLB ook zaken opgenomen waarin Groene Kring zich niet kan vinden. Zo wordt de definitie van actieve boer niet doorgetrokken in het volledige GLB en zullen beheerovereenkomsten door elke landeigenaar afgesloten kunnen worden. Wanneer landbouwers natuurverwachtingen inlossen, verliezen zij inkomsten en kunnen zij de kostprijs niet doorrekenen. Daarom is het belangrijk dat de vergoedingen voor beheerovereenkomsten alleen toegankelijk zijn voor actieve landbouwers. Hoewel die vraag meermaals neergelegd werd bij de VLM, werd ze niet aanvaard. 

De conditionaliteit, nieuw in het GLB, is een combinatie van de vroegere rand- en vergroeningsvoorwaarden. In deze conditionaliteit worden heel wat voorwaarden opgenomen die vooral betrekking zullen hebben op grondgebonden landbouwers. Meer doen voor minder middelen waarbij toegang tot grond verder beperkt wordt, is voor Groene Kring niet toelaatbaar. Groene Kring verwacht dat deze opmerkingen verder meegenomen worden in de onderhandelingen met de  Europese Commissie, al lijken we ook daar bot te vangen.