Vorige week vond de eerste schifting plaats in het selectieproces van kandidaat-natuurparken. Uiteindelijk zullen er vier nationale parken en drie landschapsparken erkend worden, maar de huidige invulling van die parken en de manier waarop de kandidaturen ingediend en behandeld worden, zorgt bij Groene Kring voor een grote bezorgdheid en frustratie.  

Jonge landbouwers geven steevast aan dat toegang tot grond de eerste én zwaarste uitdaging is waarmee zij te maken krijgen bij de start van hun carrière. De oorzaken hiervan zijn talrijk, de oplossingen helaas niet. Door de natuurparken krijgt een van die oorzaken alweer wat extra vorm.  

In september 2021 werden vanuit alle hoeken in Vlaanderen projecten ingediend met als doel een erkenning te krijgen tot nationaal park of tot landschapspark. Van die projecten werden er nu 13 geselecteerd. Zij worden toegelaten tot het begeleidingstraject dat uiteindelijk zal leiden tot 4 nationale parken en 3 landschapsparken in 2023. 

De huidige aanpak van deze parken zorgt voor een golf van ongerustheid binnen de landbouwsector. Met oppervlaktes van 10.000 hectare per park staat het vast dat veel agrarisch gebied binnen de perimeters van deze parken zal vallen. Daarboven worden de projecten opgestart, gesubsidieerd en geselecteerd voor verdere ontwikkeling zonder dat er een wettelijke regelgeving rond bestaat. 

Het is te verwachten dat landbouw in de nabijheid van deze nieuwe parken onderhevig zal zijn aan strenge voorwaarden. Zonder regelgevend kader is het onduidelijk welke maatregelen genomen zullen worden als antwoord op deze gevolgen voor bestaande land- en tuinbouwbedrijven. De rechts- en bedrijfszekerheid wordt hierdoor sterk onder druk gezet.   

Binnen natuurgebied is Groene Kring is zeker een voorstander van verdere natuurontwikkeling, maar met de huidige gevolgen kunnen jonge landbouwers allesbehalve enthousiast reageren op de komst van een nationaal park. Waar men wel ruimte voor landbouw wilt laten, worden er bepaalde landbouwmodellen op een idyllische manier naar voren geschoven zonder rekening te houden met de realiteit.  

Groene Kring vraagt daarom dat de landbouwsector als volwaardige partner mee rond de tafel mag zitten bij het beleidsproces. Landbouw is één van de belangrijkste actoren van de open ruimte, dus hopen we dat er deze keer wel rekening met ons gehouden wordt.