Dag Joerdy, hoe ben jij in de sector gerold?

Joerdy: “Ik ben de vierde generatie hier en ik wou het ouderlijk bedrijf eigenlijk al van in mijn kindertijd overnemen. Mijn overgrootouders hadden wat van alles: koeien, varkens en hoogstamfruitbomen. Daarna zijn mijn opa en oma verdergegaan met hoogstamweides van appels, kersen en pruimen. Onder die bomen liepen schapen en koeien, zoals dat toen overal was. Mijn papa en opa hebben nadien de eerste hoogstamboomgaarden uitgetrokken en vervangen door laagstam appel- en kriekenbomen. Om economische redenen hebben we later de laagstam met appels en krieken gerooid en vervangen door peren. Mijn papa heeft het bedrijf altijd in bijberoep uitgebaat, maar ik ben nu als zelfstandige in het bedrijf gestapt en heb het areaal van peren verder uitgebreid tot een rendabele hoeveelheid. Naast het fruitbedrijf doe ik ook nog wat loonwerk en freelance werk, als risicospreiding van mijn inkomen.”

Je hebt ervaring opgedaan in Nederland. Merkte je er veel verschil in aanpak?

Joerdy: “Ja, eigenlijk wel. Ik ben er twee jaar geweest en ontdekte dat ze er anders leven en werken dan in België. De meeste Nederlandse bedrijven hebben bijvoorbeeld een kleiner areaal. Natuurlijk vind je er ook grote bedrijven, maar die zijn toch eerder een uitzondering. Een normaal bedrijf in Nederland heeft 10 tot 15 hectare grond die volledig rond het bedrijf ligt. Een ander groot verschil is dat wij in België de koeling en de sortering vaak zelf doen, terwijl ze dat in Nederland vaker uitbesteden aan koelcomplexen en sorteerbedrijven. Ook zetten ze daar nog veel meer in op oogstbescherming (hagelnetten, regenkappen, nachtvorstberegening …) en nieuwe teeltmethoden (irrigatie, fertigatie, mechanisatie …). In België zijn we daar vaker wat terughoudender of klassieker in. Tijdens mijn werkzaamheden in het sorteerbedrijf zag ik ook duidelijke verschillen in de vruchten. Omdat Nederland een andere grond, klimaat en teeltmethoden heeft, heeft je peer een andere vorm. Hij is bijvoorbeeld vaak korter en dikker.”

[Lees verder onder de foto.]

Joerdy Lux Groene Kring

Is het beter in Nederland, denk je?

Joerdy: “Hoe je het draait of keert, uiteindelijk heb je overal dezelfde problemen. In Nederland hebben ze een ander systeem, zo ligt hun areaal vaak volledig rond het bedrijf. In Vlaanderen is dat niet zo en moet je meer afstanden afleggen, wat de werkzaamheden wat bemoeilijkt en extra tijd kost. Anderzijds is onze spreiding van percelen ook een vorm van risicospreiding. Op het vlak van personeel, huisvesting, wetgeving … botsen we dan weer allemaal op dezelfde problemen. De wetgeving is in Nederland soms zelfs nog strenger dan hier. Je kan dus wel zeggen dat het gras niet altijd groener is aan de overkant. Ik merk wel dat België en Nederland naar elkaar toegroeien in de aanpak. Zo proberen we ook hier om onze grond zo dicht mogelijk bij huis te krijgen en zo groot mogelijk te maken. Ook op het vlak van teelt en mechanisatie worden de verschillen steeds kleiner.”

Zou je ooit terug naar het buitenland gaan?

Joerdy: “Om te werken of te helpen wel, maar ik zou nooit mijn bedrijf hier opgeven om daar opnieuw te beginnen. Je zal ook in het buitenland op problemen botsen, dus dat lost niets op. Zo is Italië bijvoorbeeld een mooi land voor de fruitteelt, maar daar speelt het klimaat de laatste jaren dan weer een grote rol. Koude temperaturen in de bloeiperiode en hitte in de zomer maken het er moeilijk. Anderzijds zorgt het bergachtige landschap ervoor dat bescherming noodzakelijk is. Omdat de hagelbuien niet uit de bergen kunnen, zijn hagelnetten een must.”

Hoe heb jij kennisgemaakt met Groene Kring?

Joerdy: “Via kameraden. Zij waren al kernlid en hadden me uitgenodigd om eens langs te komen. Ik ben er dan meteen bij gebleven. Daar heb ik zeker geen spijt van, want mijn gewest heeft heel wat troeven. Enerzijds heb je er het contact met andere fruittelers en anderzijds zijn er de specifieke opleidingen waar je altijd wel nieuwe zaken leert. Je kan er steeds je verhaal doen en iedereen begrijpt je. Maar het is eigenlijk ook gewoon een leuke ontspanning, want de activiteiten zijn altijd heel plezant!”