Jo, hoe kwam jij bij Groene Kring terecht?

Jo: “De toenmalige consulent van Vlaams-Brabant was op zoek naar jonge landbouwers die Groene Kring Midden-Brabant wilden oprichten. Zij heeft vrienden van mij aangesproken en die hebben mij er dan weer bij betrokken. Ik denk dat ik toen 15 jaar was, bijna 16. En zo is Groene Kring Midden-Brabant van start gegaan. In 2021 ben ik voorzitter geworden van het gewest. Ondertussen zijn we met een 40-tal leden en hebben we een kleine, maar fijne kern.”

Wat is volgens jou de belangrijkste troef van Groene Kring?

Jo: “Groene Kring brengt jonge landbouwers bij elkaar en zorgt ervoor dat we elkaar leren kennen. Velen kennen elkaar van ziens door elkaar te passeren met de tractor, maar vaak hebben ze nog nooit echt met elkaar gesproken. Bovendien wordt er ook plezier gemaakt en worden onze belangen verdedigd. Dat is ook een belangrijk aspect.”

Welke uitdagingen heeft een landbouwer vandaag?

Jo: “Grote problemen zijn de toegang tot grond en de onzekerheid over de prijzen die we krijgen. Zo kan je vandaag een goede prijs krijgen voor je producten, maar moet je over enkele dagen misschien weer met verlies verkopen. Daarnaast spelen droogte en klimaat ook een rol, maar ook het vinden van goed personeel als je een bedrijf van enige grootte hebt.”

[Lees verder onder de foto.]

Jo Vanacker Groene kring

Ondervinden jullie veel problemen in kader van de toegang tot grond?  

Jo: “Best wel. Om te beginnen zijn er natuurinstanties die landbouwgrond opkopen voor natuurdoeleinden. Verder heb je de nulbemesting die zal worden toegepast op landbouwgronden, waardoor je grond minder waard is en ook niet goed genoeg is om rendabel akkerbouwgewassen op te telen. Nog een ander aspect is dat je moeilijk kunt voorspellen wat er met bepaalde gronden zal gebeuren, bijvoorbeeld die van pensioenboeren. Gaan zij hun bedrijf helemaal verkopen of alleen hun dieren, om zo de grond te houden? Grondbezitters kunnen hun grond ook aan ANB verkopen, waar ze een voorstel krijgen dat "te mooi is om te weigeren". Landbouwers die in deze regeling stappen, kunnen meestal de grond nog verder bewerken tot hun pensioen. Daarna is de grond onherroepelijk verloren voor de jonge landbouwers die willen verder boeren.”

Alle gronden gaan hier naar natuur?

Jo: “Het grootste deel toch. Zeker nu ze een verbinding willen maken tussen het Meerdaalwoud en Zoniënwoud en het Hallerbos aan de andere kant van Brussel. Zo zouden wij, volgens de huidige plannen, minstens tien bomen per hectare weide moeten planten. Dat maakt dat onze maaiweides voor het voeder volkomen waardeloos worden. Andere percelen zouden volledig bebost moeten worden. Ik engageer mij dan ook door te zetelen in de klankbordgroep van het toekomstige landschapspark Brabantse Wouden. Hopelijk kunnen we daar tot een compromis komen tussen landbouw en natuur.”

Hoe zou landbouwgrond volgens jou beschermd kunnen worden?

Jo: “Er zou een regeling moeten komen die aangeeft wat er met gronden kan en moet gebeuren. Als landbouwgrond niet gebruikt wordt, zou die ook behandeld moeten worden zoals een leegstaand huis waarop men moet betalen omdat het niet in gebruik is. Er is een schaarste, dus het is zonde om die percelen braak te laten liggen of niet te verpachten. Grootgrondbezitters zijn geen probleem zolang de grond nog door actieve landbouwers bewerkt kan worden. Grond moet altijd een eigenaar hebben en als de boer die gronden zou bezitten, is hij eigenlijk ook een grootgrondbezitter. Zoals natuurinstanties de wet naar hun hand kunnen zetten om van landbouwgrond natuur te maken, zou er ook een wet moeten zijn waarbij landbouwgrond niet gebruikt mag worden voor natuurdoeleinden.”

Hoe zie jij de toekomst?

Jo: “Landbouwers zullen er altijd moeten zijn. Dat moeten de mensen alleen nog beginnen te beseffen. Het klimaat, de wetgeving waar we amper invloed op hebben en natuurinstanties met hun wilde plannen maken de toekomst voor de landbouw heel onzeker. We zullen moeten afwachten en ons, zoals steeds, blijven aanpassen aan wat er gebeurt en wat er nog zal gebeuren.”