Wat is jouw link met de Europese Unie?

Hendrik: “Mijn link met de Europese Unie (EU) berust eerder op toeval dan op een groots plan om mijzelf hiermee bezig te houden. Ik studeerde politieke wetenschappen en was nadien nog niet zeker over wat ik zou doen. Na mijn doctoraat kon ik professor worden. Omdat ik collega’s had die zich bezighielden met lokale, nationale en internationale politiek, bleef Europa over. Destijds klonk Europa vooral ingewikkeld, mysterieus en saai. Er werd daar onderhandeld over de prijzen van boter, quota voor pladijzen en kromme komkommers. Toen dat op mijn bord kwam, was ik niet 100% gelukkig. Gaandeweg ontdekte ik dat er achter de EU fascinerende verhalen zitten en merkte ik dat het steeds belangrijker werd. De EU is een politieke machine waar ik nog altijd met verbazing, en soms zelfs bewondering, naar kijk.”

Hoe zou jij de Europese Unie omschrijven aan onze lezers?

Hendrik: “De EU is een samenwerking tussen verschillende landen, die kort na de Tweede Wereldoorlog begon. Er waren toen nog duidelijke grenzen of barrières tussen de landen. De grote versnelling in de Europese samenwerking begon aan het begin van de jaren 90. Toen groeide het besef dat we met een versnipperde aanpak niet relevant zouden blijven. De rest van de wereld organiseerde zich op grotere schaal en er kwamen grootmachten op, zoals de Verenigde Staten van Amerika, China of Latijns-Amerika. De conclusie was: als we morgen nog in de wereld willen meespelen, moeten we beter samenwerken. Eén markt vormen betekent ook dat de regels op elkaar afgestemd moeten zijn. Het weghalen van de grenzen en het afstemmen van regels is dus de basis van de EU. Later leken steeds meer uitdagingen om een gezamenlijke aanpak te vragen. Hierdoor is er meer en meer aan het Europese project blijven kleven. De noodzaak om samen beslissingen te nemen, wordt zo alleen maar groter.”

Verschilt de manier waarop de EU besluiten vormt van de Vlaamse of Belgische variant?

Hendrik: “Toch wel. In de nationale politiek wordt er na de verkiezingen een regering gevormd. Die regering is voor een bepaalde periode het centrum van de macht. Daar worden de wetten gemaakt en partijen die niet in de regering zitten, komen er niet aan te pas. In de Europese Unie is dat anders. Omdat er geen regering is, heeft elke wet of wijziging een eigen meerderheid nodig, die telkens door andere partijen gevormd kan worden. Voor mij is dat een spannendere besluitvorming. Eerst doet de Europese Commissie een voorstel, dat wordt voorgelegd aan het verkozen Europees Parlement en aan de lidstaten van de EU. Die laatste twee werken dan verder aan het voorstel. Ze stellen wijzigingen voor, die apart gestemd en goed- of afgekeurd kunnen worden door andere partijen of parlementsleden. Voor elke wijziging, elk punt of elke komma moet apart gestreden worden. Over de aangepaste voorstellen van het Europees Parlement en de lidstaten wordt nadien verder onderhandeld om tot één definitieve tekst te komen, die voor iedereen aanvaardbaar is.”

"Wie compromissen kan sluiten en sterke argumenten heeft, kan impact hebben in Europa."

Hendrik Vos, professor Europese politiek

Vind je het correct dat ministers zich soms verschuilen achter beslissingen van de EU?

Hendrik: “Zoals daarnet gezegd, komen thema’s pas op de Europese agenda als de lidstaten daarmee instemmen. Ze moeten zich opnieuw uitspreken over Europese voorstellen in een volgend stadium. Vaak worden die voorstellen unaniem aangenomen door alle lidstaten. Het klopt niet dat er regels ontstaan zonder dat lidstaten daar hun zeg over kunnen doen. Aangezien ministers altijd mee aan tafel zitten en instemmen met de beslissingen, is dat een vals argument. Het is wel zo dat in de EU een beslissing genomen wordt in samenspraak met veel andere landen, die andere belangen of prioriteiten kunnen hebben. Uiteraard wordt er met iedereen rekening gehouden, dus niemand haalt volledig zijn slag thuis.”

Heeft de EU veel invloed op wetgeving in de lidstaten? Verschilt dat sterk tussen beleidsdomeinen?

Hendrik: “Sinds het begin is er veel veranderd, maar de verschillen tussen beleidsdomeinen blijven groot. In het geval van landbouw hebben de lidstaten al lang geleden geopteerd voor een gezamenlijke aanpak. Al vanaf de jaren 50 wordt heel veel met betrekking tot landbouw op Europees niveau besloten. Als je eenmaal besluit om iets samen aan te pakken, kan je daar als lidstaat nooit meer helemaal je eigen stempel op drukken. Je zit samen aan tafel met de Grieken, Fransen en Polen. Je moet rekening houden met ieders bekommernissen en leren om compromissen te sluiten. Als de EU geen grote compromissenfabriek was, zou dat project niet kunnen werken. Landen zijn in sommige domeinen sneller geneigd om hun zelfstandigheid af te geven dan in andere, maar ze beseffen dat samenwerken hen relevant houdt op wereldniveau.“

Waarom heeft de Europese Unie juist zoveel beleid of zeggenschap over landbouw?

Hendrik: “Landbouw was een van de thema’s waarrond de Europese samenwerking in het begin vorm kreeg. Lang werd gedacht dat we de landbouwsector grootschaliger moesten organiseren om onze voedselvoorziening veilig te stellen, met zoveel mogelijk rendement op zo weinig mogelijk oppervlakte. Om dat te bereiken ontstonden er bepaalde dynamieken, zoals het betrekken van banken die leningen verstrekten aan landbouwers om hun bedrijven uit te breiden. Doorheen de jaren zijn er veel belangen en dynamieken zodanig verstrengeld geraakt, dat grote wijzigingen niet even doorgeduwd kunnen worden. Als we niet willen dat landbouw uit de Europese Unie verdwijnt, waarover hopelijk toch eensgezindheid is, zal daar altijd een prijskaartje aan vasthangen. We moeten vooral zoeken naar een redelijke manier die aan zoveel mogelijk bekommernissen tegelijk voldoet en met eerlijke uitgangspunten.”

Is er nog een boodschap die je graag wil meegeven aan onze lezers?

Hendrik: “Aanvaard dat je compromissen moet sluiten. Europese politiek betekent water bij de wijn doen. Als je steeds je gelijk wil halen, zonder rekening te houden met anderen, zit je hier niet in het juiste systeem. Niets ligt van tevoren vast. Als je sterke argumenten hebt en impact wilt hebben, verdedig dan je belangen en kom ervoor uit, want dat kan zeker lonen.”