Leuven – Minister van Landbouw Hilde Crevits stelt vandaag de eiwitstrategie voor. De strategie zal een basis vormen om met de agrovoedingsketen, kennisinstellingen en het beleid de productie en consumptie van eiwit verder te verduurzamen op Vlaams niveau. Via deze weg wenst de minister kansen te creëren voor welvaart, milieu en gezondheid.

Eiwitten maken een cruciaal deel uit van de menselijke en dierlijke voeding. We halen ze uit vlees, vis, eieren en melkproducten, maar ook uit graanproducten, peulvruchten, noten en in mindere mate uit groenten en aardappelen. Het huidige model van eiwitproductie en -consumptie staat wereldwijd onder druk. Er zijn uitdagingen op het vlak van voedselzekerheid, milieu-impact en volksgezondheid. We moeten verder inzetten op verduurzaming en diversificatie in onze eiwitproductie en consumptie.

Doorheen de keten worden hiervoor reeds inspanningen geleverd. De laatste jaren zijn de inspanningen in een stroomversnelling gekomen, mee onder impuls van de Vlaamse overheid. Het aanbod van meer diverse, lokale eiwitbronnen en de bijhorende consumptie, biedt immers economische kansen voor Vlaanderen. Uit een studie in opdracht van VLAIO is immers gebleken dat er op dit gebied diverse opportuniteiten liggen voor de Vlaamse agrovoedingssector en kenniswereld.

Minister Crevits: “Vlaanderen heeft de ambitie om een Europees toonaangevende agrovoedingsketen op het vlak van innovatie en duurzaamheid uit te bouwen. Bestaande en nieuwe eiwitteelten en het ontwikkelen van innovatieve eiwitten vormen toekomstgerichte verdienmodellen. Duurzame dierlijke productie en veevoederketens laten de veehouderij toe te anticiperen op maatschappelijke uitdagingen, zoals de klimaatverandering en bieden kansen voor een robuuster inkomen.”

De strategie wil tegen 2030 een duurzamere, diverse en toekomstgerichte eiwitvoorziening realiseren en bijdragen tot een grotere Europese zelfvoorziening in eiwitten. Dat doet ze aan de hand van zes thema’s:

  1. Duurzaam diervoeder: Ter vervanging van voornamelijk uit de VS en Zuid-Amerika aangevoerde soja kan de landbouwer zelf meer eiwitrijk diervoeder produceren: veldbonen, erwten, lokale soja, klaverrijke graslanden en mengteelten. Tegen 2030 moet alle soja in de Belgische diervoederindustrie een duurzaamheidslabel hebben en moet de helft van de gebruikte grondstoffen voor veevoeder bestaan uit nevenstromen van de voedings-en biobrandstoffenindustrie.
  2. Duurzame dierlijke productie: In Vlaanderen blijft een belangrijke plaats weggelegd voor de veehouderij, zowel in het kader van voedselzekerheid en -veiligheid als in functie van circulariteit en productie-efficiëntie. Dieren onderhouden het landschap, valoriseren niet door de mens verteerbare producten zoals gras en nevenstromen en hun mest dient om gewassen te voeden en koolstof in de bodem aan te brengen. De impact op klimaat, milieu, biodiversiteit en water moet echter gereduceerd worden. Nieuwe verdienmodellen en afzetmarkten worden gestimuleerd, van biologische veeteelt over korteketenverkoop tot energieproductie.
  3. Meer plantaardige eiwitten: De Vlaamse landbouw kan niet alleen meer eiwitgewassen voor dierlijke consumptie, maar ook voor menselijke consumptie produceren. Voor eiwitrijke teelten als soja en quinoa moeten er nieuwe ketens ontwikkeld worden om de landbouwers afzetzekerheid te bieden.
  4. Meer nieuwe eiwitten: Nieuwe eiwitbronnen hebben een plaats in veevoeding, voeding en de biogebaseerde economie. Enkele voorbeelden: insecten, algen, eendenkroos, microbiële eiwitten uit schimmels en bacteriën, cellulaire eiwitten zoals kweekvlees, eiwitten die gewonnen worden uit biomassareststromen uit de agrovoedingsketen. Vlaanderen moet een hotspot worden op het gebied van kennis, productie en verwerking van deze ‘nieuwe’ eiwitten.
  5. Meer productdiversiteit: Er moet een breed aanbod komen van smakelijke, veilige en nutritioneel hoogwaardige eiwitproducten in de winkelrekken, zodat de consument voldoende keuze heeft. Hierbij speelt ook de eventuele verwerking van eiwitbron naar -product een belangrijke rol.
  6. Duurzame eiwitconsumptie: Een gezond en duurzaam voedingspatroon houdt ook een gezonde, diverse, milieuverantwoorde en lokale eiwitconsumptie in. Dierlijke eiwitbronnen hebben daar een plaats in, maar een verschuiving naar meer plantaardige en alternatieve eiwitbronnen is noodzakelijk.

De uitwerking van de eiwitstrategie van veld tot bord past binnen de Vlaamse voedselstrategie, waarmee minister Crevits, samen met heel wat partners, het voedselsysteem, de komende jaren veerkrachtiger en innovatiever wil maken en wil klaarstomen voor de toekomst. De strategie kadert ook in het relanceplan waarmee de Vlaamse regering de welvaart en het welzijn van de Vlamingen wil versterken. Investeringen in de eiwitstrategie dragen bij tot het economische herstel en de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden voor alle schakels in de agrovoedingsketen.

"Ik zal in het kader van het relanceplan de nodige middelen uittrekken om de eiwitstrategie een stevige duw in de rug te geven. Ook in het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid dat nu wordt uitgeschreven, wil ik extra stimulansen voorzien. Maar los van de middelen wil ik benadrukken dat deze gemeenschappelijke eiwitstrategie ervoor zorgt dat alle neuzen in dezelfde richting staan. Dat is een belangrijke stap die we vandaag zetten. We hebben één gemeenschappelijk einddoel: samen kansen creëren voor welvaart, milieu en gezondheid door in te zetten op lokale, duurzame en gezonde eiwitten van productie tot consumptie."

Minister Crevits

Groene Kring is partner in de eiwitstrategie en onderschrijft deze dan ook mee. Voor Groene Kring is het belangrijk dat de kansen die worden geboden in deze verdere verduurzaming ook ten goede komen van de actieve land- en tuinbouw(st)ers. Nu de algemene strategie vastligt, zal er komende maanden werk worden gemaakt van actieprogramma’s om de strategie ten uitvoer te brengen. Groene Kring zal er hierbij over waken dat verduurzaming mogelijk moet zijn door en voor alle landbouwmodellen.

De betrokken partners in de eiwitstrategie zijn in alfabetische volgorde: Agentschap Zorg en Gezondheid, Agrolink, Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Belgian Feed Association (BFA), Bioforum, Boerenbond, Bond Beter Leefmilieu, Comeos, Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, Departement Landbouw en Visserij, Departement Omgeving, Fevia, Flanders’ Food, Groene Kring, Innovatiesteunpunt, Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Unie Belgische Catering (UBC), Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO), Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en Vlaams Instituut Gezond Leven.