Dierenwelzijn, wat moeten we daar precies onder verstaan?

Frank: “Met dierenwelzijn verwijs je naar de levenskwaliteit zoals die door het dier zelf ervaren wordt. Het gaat dan echt over de balans tussen de positieve en negatieve emoties die het dier ervaart en de gemoedstoestand waarin het zich bevindt in de loop van zijn leven.”

We mogen een dier dus zien als een emotioneel wezen?

Frank: “Er is geen twijfel dat landbouwdieren gevoelswezens zijn, ook de wetenschap ondersteunt dat. De gevoelens die ze ervaren zijn niet vrijblijvend, ze bepalen hun gemoedstoestand. Je gaat me wel niet horen zeggen dat een insect in dezelfde mate emoties kan ervaren als een vis of een aap. Over het algemeen kunnen we ervan uitgaan dat hoe dichter het dier op evolutionair vlak bij de mens staat, hoe beter wij die emoties kunnen erkennen.”

"Gedrag kunnen we meten, gevoelens jammer genoeg niet."

Frank Tuyttens, groepsleider Dierenwelzijn ILVO

Kunnen we een onderscheid maken tussen het welzijn van landbouwdieren en dat van wilde dieren of huisdieren?

Frank: “In principe is er geen reden om welzijn anders te bekijken afhankelijk van de rol die het dier speelt in ons leven. Wat wel verschilt, is de verantwoordelijkheid die we als mens hebben. Zowel landbouwdieren als gezelschapsdieren zijn voor een groot deel van hun welzijn afhankelijk van ons. Bij wilde dieren is dat niet zo, tenzij we een invloed uitoefenen op de habitat waarin ze leven. Ik begrijp wel goed dat we vandaag op een andere manier kijken naar een varken dan naar een hond, want de rol van die dieren is op een andere manier geëvolueerd. Het is niet zo dat een hond in principe intensere emoties voelt dan een varken, maar als mens zijn we hier gevoeliger voor omdat we op een veel persoonlijkere manier omgaan met huisdieren. Wanneer we dierlijke producten consumeren, verkiezen we vaak om niet te veel te denken aan de dieren waarvan deze producten afkomstig zijn en wat hun levenskwaliteit was.”

Is het mogelijk om dierenwelzijn op een objectieve manier te meten?

Frank: “Hoewel er altijd interpretatie nodig is, zijn er wel wat indicatoren om  dierenwelzijn te meten. Die zeggen veel, maar zeker niet alles. Heeft het dier toegang tot voldoende en gezond voedsel en water? Loopt het mank? Kan het natuurlijk gedrag vertonen? Toont het tekenen van frustratie? Er zijn gestandaardiseerde protocollen waarin je meer dan 10 indicatoren onderzoekt en zo een eindscore op het vlak van dierenwelzijn krijgt. Maar dat zegt niet alles, want een koe die mank loopt, kan je niet vertellen hoeveel last ze daar precies van ondervindt. We kunnen gedrag, fysieke toestand en omgeving objectief bekijken, maar gevoelens vallen moeilijker te meten.”

Kan je daar als landbouwer ook mee aan de slag?

Frank: “Het is belangrijk om als boer met een open blik te kijken naar je dieren en hun omgeving, en er oog voor te hebben dat ze zich op een zo natuurlijk mogelijke manier kunnen gedragen. Is er bijvoorbeeld een probleem met staartbijten, ga dan op zoek naar de oorzaak en behandel niet alleen de symptomen. Is er te weinig ruimte of vervelen de dieren zich? Dan kan je dat best aanpakken. De Dierenwelzijnsscan die Boerenbond samen met ILVO ontwikkeld heeft, is een goede tool om zelf het dierenwelzijn op je bedrijf te checken. Een auditor uitnodigen is zeker ook een optie, want die kijkt nog veel objectiever naar je dieren. Maar dat is meteen een duurdere en tijdsintensievere onderneming. En dan nog is het vaak maar een momentopname."

"Moderne veehouderij biedt zowel kansen als uitdaging voor dierenwelzijn."

Frank Tuyttens, groepsleider Dierenwelzijn ILVO

Heeft de evolutie van kleinschalige gemengde bedrijven naar moderne, gespecialiseerde veehouderij een invloed gehad op dierenwelzijn?

Frank: “Ik denk dat de moderne, grootschaligere veehouderij zowel kansen als uitdagingen biedt op het vlak van dierenwelzijn. Enerzijds is er het gevaar dat de veehouder minder tijd per dier spendeert, en het dier dus het risico loopt om ‘een nummer’ te worden en minder ‘een persoonlijkheid’. Je moet als veehouder dus goed opletten dat je genoeg aandacht blijft houden voor de noden van elk dier. Ook is de schaalvergroting een gevaar voor de verspreiding van besmettelijke ziektes, wat soms leidt tot massale ontruimingen. Anderzijds zijn er heel wat technologieën die dierenwelzijn bevorderen en alleen rendabel zijn op bedrijven van een bepaalde schaalgrootte. Ik denk aan sensortechnologie om de gezondheid van koeien te monitoren, een optimale stalomgeving en temperatuurregeling, een slachthuis vlak bij het bedrijf, wat de stress van een lang transport vermindert …”

Heb je nog tips voor jonge boeren die het dierenwelzijn op hun bedrijf verder willen verbeteren?

Frank: “Onderzoek toont aan dat hoe meer tijd je met een dier spendeert en het echt leert kennen, hoe hoger je zijn vermogen om emoties te voelen inschat en hoe moeilijker het wordt om het als een object te zien. Daarnaast herkennen we emoties van dieren die evolutionair dichter bij ons staan makkelijker. Dat verklaart waarom we meer bezorgd zijn om een koe dan een kip en waarom mensen met een hond als huisdier een ander idee hebben van dierenwelzijn dan een veehouder met honderden geiten. Het is belangrijk dat zowel boeren als burgers zich bewust zijn van hoe de ander denkt en vanwaar die gedachtegang komt. Kijken we met oogkleppen naar onze eigen situatie, dan wordt de kloof tussen boer en burger alleen maar groter. Ik hoor vaak dat dieren vandaag te veel vermenselijkt worden, maar daar doe je over het algemeen minder kwaad mee dan ze te veel als een object te beschouwen. Begaan zijn met hoe het dier zich voelt, is de basis van een dierwaardige veehouderij, met een focus op het aanpassen van de huisvesting en de bedrijfsvoering aan de behoeften van het dier.”