Wat is er aan de hand?

Landbouw is niet langer een EU-prioriteit

De Europese Commissie denkt vandaag na over het volgende langetermijnbudget (Meerjarig Financieel Kader of MFK) van de Europese Unie. Dit MFK bepaalt hoeveel en waaraan de EU in totaal mag uitgeven over een periode van zeven jaar.

Eén van de pistes die besproken wordt is een herstructurering van het MFK naar een single-fund. Hiermee overweegt de commissie het gemeenschappelijk landbouwbudget niet langer apart te houden, maar op te nemen in een grotere begroting. Het deelt dan een spaarpot met andere EU-programma’s, zoals fondsen voor sociale zaken of digitalisering en onderwijs.

Met het single fund-principe mogen lidstaten zelf kiezen hoeveel geld er naar landbouw gaat. Dat is heel anders dan in het huidige MFK van 2021 tot 2027. Vandaag heeft het GLB een vaste budgetlijn, namelijk een derde van het totale EU-budget gaat naar landbouw. Hierdoor wordt landbouw vaak als hoeksteen van de Europese Unie gezien. Hoeveel geld er naar landbouw moet gaan, is dus grotendeels afgebakend per lidstaat.

Met het single fund-principe staat het landbouwbudget niet meer vast, maar is er sprake van één grote geldpot per lidstaat. Elk land kiest dan zelf zijn prioriteiten om het Europees geld te besteden, wat betekent dat landbouw niet meer automatisch een derde van het totale EU-budget uitmaakt.

Wat betekent dit voor de sector?

Landbouw komt dan in rechtstreekse concurrentie met andere beleidsdomeinen binnen de nationale begroting. De risico’s zijn:

  1. Landbouw kan minder belangrijk gevonden worden dan bijvoorbeeld klimaat, sociale zekerheid of defensie. Zo kan Vlaanderen een kleiner aandeel voor de landbouwsector krijgen dan nu. Dit kan een effect hebben op investerings- of inkomenssteun.
  2. Er kunnen grote verschillen ontstaan tussen de steun die boeren krijgen in de lidstaten, wat concurrerend kan werken.
  3. De eenheid van het GLB verdwijnt, wat de kern van de EU-samenwerking is sinds de jaren ’60. Dit kan de voedselzekerheid en het concurrentievermogen van de Europese landbouw ondermijnen.
  4. Afnemende plattelandsontwikkeling en innovatie. Vlaanderen gebruikt het GLB niet alleen voor directe steun, maar ook voor klimaatvriendelijke technieken, biodiversiteit, innovatieprojecten, enzovoort.

Vanwaar komt het voorstel?

Er zijn verschillende redenen, namelijk ...

  • Administratieve vereenvoudiging voor lidstaten. Het zorgt voor minder versnippering tussen honderden aparte fondsen en programma’s.
  • Meer flexibiliteit voor de lidstaten. Ze kunnen hun middelen gerichter inzetten naar eigen behoefte.
  • Meer veerkracht voor lidstaten. Ze kunnen sneller schakelen bij crisissen, zoals een oorlog of een virus als Covid-19.

Wat denken Groene Kring en CEJA?

Het standpunt van Groene Kring

Groene Kring heeft zijn bezorgdheden duidelijk geuit binnen CEJA. Samen zetten ze hun schouders onder een vast, gemeenschappelijk landbouwbudget. 

Het standpunt van CEJA

Ook CEJA-leden hebben veel bezorgdheden over het single fund-principe, omwille van het wegvallen van middelen zoals investeringssteun. Volgens CEJA heeft het GLB een specifiek en passend budget nodig, zeker in een tijd waar het aantal Europese boeren - met een gemiddelde leeftijd van 57 jaar - sterk daalt. In het volgende GLB moet volgens hen generatievernieuwing centraal staan. Zo moet er een minimumbudget in het GLB worden vrijgemaakt voor jonge boeren. "Jonge boeren zien kansen in het nieuwe MFK", stelt CEJA. "Denk bijvoorbeeld aan structurele beleidsmaatregelen zoals het cohesiebeleid, het verbeteren van het concurrentievermogen en innovatie. Ook instrumenten om de veerkracht van de sector te versterken zijn in het huidige geopolitieke milieu waardevol." Maar daar is dus een specifiek budget voor nodig.