Bron: Boerenbond
Roel Vaes, adviseur Rundvee, Studiedienst Boerenbond

De gezondheid komt uiteraard op de eerste plaats, maar de economische impact van deze pandemie wordt voelbaarder voor onze melkveehouders. En het ziet ernaar uit dat deze impact de volgende maanden nog voelbaar zal zijn. De gekelderde prijzen van de meeste zuivelproducten is reeds zichtbaar in lagere melkprijzen.

Continuïteit in bedrijfsvoering

Tijdens de lockdown en het grote risico op verspreiding van het Covid-19-virus de voorbije weken, was het de prioriteit dat de continuïteit van de bedrijfsvoering op de melkveebedrijven maximaal gegarandeerd bleef. De zuivelverwerkende bedrijven hebben er alles aan gedaan om de melkophaling en -verwerking zo goed mogelijk op peil te houden. Tot nog toe zijn ze hier goed in geslaagd. Dit wordt geapprecieerd. Bovendien werkte BCZ de nodige scenario’s uit om de melkophaling en verwerking zo maximaal mogelijk op peil te houden. Binnen MilkBE blijven we vanuit Boerenbond de situatie van nabij opvolgen. Momenteel is de uitval door ziekte in de meeste bedrijven beperkt. Hopelijk blijft dit zo. Het blijft wel uiterst belangrijk dat je als melkveehouder de maatregelen en richtlijnen van je melkerij bij melkophaling blijft naleven! Want het risico op besmetting is zeker nog niet geweken. We moeten absoluut vermijden dat de melkophaling in het gedrang zou komen.

Melkprijs in sterk dalende lijn

Het is duidelijk dat deze crisis een zware economische schade betekent voor de zuivelsector de volgende maanden. De BCZ-melkprijs voor maart is met 2 euro/100 liter gedaald tot 32,90 euro/100 liter. Na een daling in april is ook de garantieprijs van FrieslandCampina voor mei verder gedaald tot 33 euro/100kg. De oorzaken zijn bekend: de lokale vraag naar verse consumptiemelk en zuivelproducten blijft wel overeind, de vraag van de foodservice en horeca is weggevallen en de export en exportlogistiek zijn moeilijker en duurder geworden. De melkprijs wordt gerealiseerd door het geheel van het productgamma en afzetcontracten van een melkerij.

Gemiddeld wordt er in België 13% consumptiemelk, 14% boter, 20% kaas en 25% melkpoeder geproduceerd door alle verwerkers. Tussen de melkerijen zitten hier heel wat verschillen, wat zich de volgende maanden vermoedelijk zal uiten in grotere verschillen in de melkprijzen tussen de melkerijen.

Is minder melk de oplossing?

De vraag is uiteraard hoe diep en hoelang de melkprijs de volgende maanden zal dalen. Sinds midden maart zijn de boter- en mageremelkpoederprijzen met 20% gedaald. De dalende trend zet zich de laatste weken door, maar minder uitgesproken. Op Europees niveau wordt de steun voor private opslag voor mageremelkpoeder, boter en kaas geactiveerd. De vraag is of deze toereikend zullen zijn om de markt te stabiliseren.

Daarnaast voorziet Europese Commissie de mogelijkheid voor producentenorganisaties of brancheorganisaties om een productieregulering in te stellen. Hiervoor wordt echter geen financiële compensatie voorzien. De sectorvakgroep is geen voorstander van een verplichte productiebeperking. De verschillen tussen de melkveebedrijven is hiervoor te verscheiden. De melkprijs zal in eerste instantie hierin sturen.

Het is wel duidelijk dat extra melkvolumes momenteel niet wenselijk zijn. De melkproductie in België ging van januari tot maart in stijgende lijn, met 4 à 5% hogere producties dan in dezelfde periode vorig jaar. De piekmaanden in productie komen er nu aan. Ook op Europees niveau (+1,4%) en in de VS (+1,8%) wordt er meer gemolken. De (wereldwijde) melkproductie zal alleszins mee de marktsituatie en prijsvorming bepalen.