Hey Dieter. Hoe ben je in de landbouw terechtgekomen?

Dieter: “Na mijn lager onderwijs ging ik in Poperinge in het technisch secundair onderwijs landbouw studeren. Op mijn achttiende ben ik dan naar Vives in Roeselare gegaan voor een bachelor in de landbouw. Zodra ik dat diploma op zak had, ben ik thuis beginnen te werken op het familiebedrijf. In het begin werkte ik nog één dag per week in de lokale Aveve, maar toen die zaak werd stopgezet, ben ik fulltime in het ouderlijk bedrijf gestapt. Tussendoor werk ik ook nog bij een loonwerker, maar dat doe ik meer als een hobby.”

Wat doen jullie juist op jullie bedrijf?

Dieter: “Wij hebben een melkveebedrijf met zo'n 65 melkkoeien en jongvee. Die melken we met een melkrobot. Daarnaast doen we ook nog aan akkerbouw op ongeveer 45 hectare grond. Zo hebben we tarwe, maïs en suikerbieten voor de runderen, maar ook aardappelen, die we deels thuis verkopen. We verwerken ook zelf een deel van onze melk. Wekelijks maken we 70 tot 120 kg boter en we maken hoeve-ijs, dat we deels verkopen via onze twee ijskarren. Daarnaast verkopen we in onze hoevewinkel ook nog kazen en streekproducten van collega’s.”

Hoe zijn jullie begonnen met de verwerking van jullie producten?

Dieter: “Dat doen we eigenlijk al generaties lang. Mijn grootouders maakten boter en toen mijn ouders het bedrijf in 1989 overnamen, hebben zij dat werk voortgezet. In 2000 hebben we dan ook verbouwd om een moderne verwerkingsruimte te hebben en zijn we ijs beginnen te maken. Vooral mijn mama houdt zich daarmee bezig. Nu verkopen we alles in een serieuze hoevewinkel, maar in de tijd van mijn grootouders werd de boter nog gewoon aan de keukentafel verkocht. Er is dus best wat veranderd.“

[Lees verder onder de foto.]

Dieter Louwagie familie

Vinden klanten vlot de weg naar de winkel?

Dieter: “Ja, eigenlijk wel. We hebben een Facebookpagina en een goede website, maar toch denk ik dat mond-tot-mondreclame het beste werkt. We zitten langs een grote baan naar de kust en veel mensen die naar zee gaan, passeren dan bij ons. Daarbovenop leveren we ook aan één of twee kleine supermarkten, maar de thuisverkoop blijft het belangrijkst.

We merken bovendien dat er sinds corona meer aandacht is voor hoevewinkels. Vroeger gingen mensen snel naar de supermarkt, nu nemen ze meer tijd om ook eens naar hier te komen. Eens ze de smaak van verse melk of goeie boerenboter te pakken hebben, blijven ze komen.”

Zou jij op termijn de hoeveverkoop voortzetten?

Dieter: “Op je eentje de hoeve en de winkel uitbaten, is bijna onmogelijk. Dat merk ik nu al als mijn ouders er even niet zijn. Maar zeg nooit nooit. Met de juiste persoon naast me om het werk te verdelen, zou het al een heel ander verhaal zijn.”

Je bent ook kernlid bij Groene Kring en lid van de provinciale kern. Valt dat alles vlot te combineren? 

Dieter: “Ja, omdat mijn ouders ook op het bedrijf werken, kunnen we afspraken maken rond de taken. Zo kan ik me vrij maken op de momenten waarop het nodig is. Mijn vader begrijpt ook dat Groene Kring tijd vraagt en gelukkig zijn mijn beide ouders voorstanders van zulke zaken. Mijn vader zit namelijk ook in het bestuur van Landelijke Gilden en mijn mama bij Ferm. Elk van ons heeft avonden waarop de anderen eventjes het werk moeten opvangen.” 

Heb je nog tips voor mensen die de overstap overwegen naar zelf verwerken?

Dieter: “Doe het sowieso stapsgewijs en groei erin. Probeer niet van in het begin de grootste te zijn, want de mensen moeten de weg vinden naar je winkel en moeten je leren kennen. Je moet zelf voelen wat haalbaar is en hoeveel tijd je erin wilt steken. Anderzijds haal je er ook wel heel veel voldoening uit. Onderschat zeker niet hoeveel werk en tijd erin kruipt, zeker als je alles correct en hygiënisch wilt doen. Als het je ligt, kan je er veel mee bereiken en kan het zeker een zelfstandig deel van je bedrijf worden.”