De klimaatcrisis is brandend actueel: regeringen worden om de oren geslagen met extreme weersomstandigheden enerzijds en ambitieuze reductiedoelstellingen anderzijds. Daarin wordt ook naar de landbouwsector gekeken. Dat is terecht: de landbouwsector heeft een uitstoot en heeft dus de uitdaging voor zich deze te reduceren. Helaas is zoals steeds, de oplossing niet zo simpel als sommigen doen uitschijnen.

De veestapel kleiner maken lijkt voor de hand te liggen. Minder dieren betekent toch minder uitstoot? Helaas is het niet zo simpel. Consumptie en productie zijn immers op elkaar afgestemd en internationale markten spelen een rol. Gewoon minder produceren betekent dus eigenlijk productie verplaatsen. Klimaatwinst: onbestaande. Het klinkt goed in krantenkoppen natuurlijk, dat wel. Maar met klinkende krantenkoppen, is geen klimaatbeleid geschreven, laat staan een klimaatreductie bereikt.

Klimaatverandering zal een omwenteling betekenen voor de hele maatschappij. De landbouwsector staat in voor 10% van de uitstoot, waarvan  6% voor de veeteelt, en heeft dus ook een taakstelling voor zich. Daarnaast zal elke boer zijn bedrijf klaar moeten maken voor steeds meer extreme weersomstandigheden, die nog komen en er al zijn. Dat wil zeggen: grote uitdagingen voor ons. Die uitdaging gaan we aan. De manier waarop we die uitdaging uitgaan, is van wel van groot belang. Uitstoot reduceren doe je immers op de landbouwbedrijven, niet op een kantoor in Brussel.

Genuanceerde oplossingen zullen zorgen voor de zo nodige shift. Tot die genuanceerde oplossingen behoren innovatie en efficiëntiewinsten, maar ook het stimuleren van boeren om koolstof op te slaan en het ondersteunen van zij die een grote sprong willen maken qua klimaatimpact. De oplossingen zijn legio en worden aan een razendsnel tempo toegepast op het landbouwbedrijf. Helaas maak je van die oplossingen moeilijker slagzinnen. Zolang ze effectief zorgen voor uitstootreductie, mogen we ons daar echter geen zorgen over maken. Klimaatreductie mag geruisloos en zonder al te veel bombarie gaan. Vermoedelijk gaat ze zelfs spoediger als ze niet bemoeilijkt wordt door politieke steekvlambeslissingen.

Het is heel duidelijk: het klimaat verandert, mensen veroorzaken die verandering en die verandering zal een grote impact gaan hebben op onze levens. Landbouwers ondervinden klimaatverandering aan den lijve. Als je oogsten weggeregend worden of verschroeien van de hitte, dan hoeft je niet uit te leggen dat we dringend middelen in het werk moeten stellen om klimaatverandering tegen te gaan. Boeren zijn bondgenoten in de zorg om het klimaat.

Maar hoewel de landbouwsector haar uitstoot kan reduceren, is haar aandeel in de uitstoot van broeikasgassen vrij beperkt. Stappen nemen kunnen we, willen we en doen we eigenlijk al jaren. Als je maar 10% (Vlaamse landbouw) of respectievelijk 6% (Vlaamse veeteelt) uitstoot, kan je nu eenmaal niet de last dragen van alle andere actoren. Simplistische debatten over de afbouw van de veestapel als het ei van Colombus zijn dus achterhaald.

 

Maarten Moermans, actieve landbouwer uit Dilsen-Stokkem, ondervoorzitter Groene Kring

Bram Van Hecke, voorzitter Groene Kring