Dag Els en Susan. Vertel eens welke taken jullie zoal uitvoeren op het landbouwbedrijf?

Els: “Toen ik er vroeger werkte, zorgde ik voor de kalveren en ik hielp mee de aardappelen rooien en inscheuren. Mijn partner deed het papierwerk en dat is hij blijven doen. In mijn tijd was dat echt uitzonderlijk. Meestal nam de vrouw toen het papierwerk op zich. Ik deed ook wel het huishouden, de commissies en legde contacten met mogelijke zakenpartners.”

Susan: “Bij ons zit de verdeling een beetje op dezelfde manier, alleen is het bureauwerk wat meer verdeeld. Omdat ik halftijds werk, is het logischer dat mijn partner de facturen bekijkt. Hij kan beter inschatten of het al dan niet klopt. De bedrijfseconomische boekhouding vullen we allebei in. Op landbouwbedrijven moet je kiezen wie het meest geschikt is voor het papierwerk, maar vaak is het de vrouw die zich ermee bezighoudt.”

Bij welke organisaties zijn jullie aangesloten en waarom?

Els: “Ik was erg actief binnen Ferm voor Agravrouwen, want het bood de mogelijkheid om eens weg te zijn van je bedrijf en van je eigen kleine wereld. Daarbij was en is het mijn taak om de vrouwen te overtuigen om ook naar vergaderingen te komen. Ik heb er altijd voor geijverd dat vrouwen mee moeten zijn met de actualiteiten en de wetgeving, maar op infovergaderingen blijven mannen steeds in de meerderheid.”

Susan: “Ook bij Groene Kring zitten in de provinciale kern en de andere structuren overwegend mannen.”

Els: “In het jaar 2000 belandde ik in de politiek. Door mijn engagement in het verenigingsleven had ik een groot netwerk opgebouwd en werd ik onmiddellijk verkozen. Ik was niet bang om te spreken en kende de dossiers vanuit Boerenbond. Ik had het geluk dat mijn man me steunde.”

"De dynamiek is anders wanneer een dochter het bedrijf overneemt."

Susan Mahieu, Groene Kring Ieper-Poperinge

Ze zeggen wel eens dat vrouwen op een landbouwbedrijf onzichtbaar maar onmisbaar zijn. Op welke manier is dat bij jullie van toepassing?

Els: “De vrouw zorgt ervoor dat het bedrijf er mooi uitziet. Ze trekt mee aan de kar en grijpt in waar het misloopt. Ze is een klankbord, denkt mee na en zorgt dat alles goed draait. Volgens mij heeft de vrouw de sleutel in handen.”

Hebben jullie de kans gekregen om te studeren?

Susan: “Mijn grootmoeder mocht in de jaren 40 niet verder studeren. In de jaren 70 was dat nog altijd niet evident, maar toch stond mijn grootmoeder erop dat haar 10 kinderen zouden studeren.  Gelukkig is daar verandering in gekomen en kan iedereen nu naar school. Daardoor kunnen vrouwen een actievere rol opnemen in hobby’s, besturen, op hun werk ...”

“Overlaten is loslaten”. Hoe gaan jullie hiermee om?

Susan: “Toen mijn partner en ik het bedrijf overnamen, merkte je aan mijn vader dat hij het moeilijk had om afstand te nemen. Uiteindelijk zag hij het wel zitten, maar puur emotioneel heeft het wel wat tijd gevraagd. Voor mijn partner was het een overname op het bedrijf van zijn schoonfamilie. Dat maakte het extra interessant. Als een zoon zijn vader opvolgt, is de kans groter dat de dynamiek hetzelfde blijft dan wanneer een dochter het bedrijf overneemt. Als vrouw heb je tijdens de overname opnieuw de taak om alles mee in goede banen te leiden. Je voelt bepaalde zaken sneller aan en gaat er sneller over praten. In mijn geval waren mijn moeder en ik de bemiddelaars tussen mijn man en mijn vader. Het is een oefening, maar zolang je hetzelfde doel voor ogen hebt, lukt dat.”

"Wij zijn er trots op dat we de mensen van eten kunnen voorzien!"

Els Morlion, mama van Susan

Krijgen jullie wel eens te maken met onwetendheid en imagoproblemen?

Els: “Aan ons imago werken blijft een aandachtspunt. Daarnaast moeten we blijven vertellen aan de consument wat we allemaal doen op de boerderij.”

Susan: “Inderdaad, als ik eens uitleg wat we allemaal doen, bijvoorbeeld in het strijkorkest waarvan ik lid ben, dan krijg ik best wel veel waardering. Maar als je dan opinies leest is het weer anders. In de klas was het afhankelijk van de klasgenoten. In het middelbaar zat ik in een aso-richting met veel boerenzonen en -dochters in de klas. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik mij daar als vrouw in de landbouw moest bewijzen.”

Els: “Ik krijg wel vaker te horen dat je niet zou zeggen dat ik boerin ben en dat vind ik spijtig. We zijn er trots op dat we kunnen zorgen voor eten voor de mensen! Aan die gedachte hou ik me dan ook altijd vast bij negatieve commentaren.”

Wat wil je meegeven aan de huidige generatie landbouwers?

Susan: “Ook al lijkt het soms een echt circus, het zou goed zijn als jonge vrouwelijke landbouwers zich interesseerden in de politiek. We moeten weten waar politici mee bezig zijn. Lid zijn van een belangenorganisatie helpt om goed geïnformeerd te zijn over de dossiers. Het helpt ook om niet te lang te blijven hangen bij wat we zelf niet kunnen veranderen, maar te focussen op zaken waar we wel invloed op hebben. Zo is het nuttig om inzicht te hebben in de bedrijfseconomische cijfers van je eigen bedrijf, om zo de juiste beslissingen te nemen."

Els: "Verder mogen we ons niet laten meeslepen door negatieve commentaren. Jonge boerinnen staan nu voor grote uitdagingen in de huidige politieke context. Maar uitdagingen zijn er altijd geweest! Passie voor de stiel en een dosis optimisme zijn noodzakelijk om te slagen. Maak actief deel uit van het verenigingsleven, waar je eens iets anders hoort dan wat je dagelijks doet. Zo word je deel van het geheel en zorg je ervoor dat anderen jouw leefwereld leren kennen.”