Ondersteuning nodig bij een niet-familiale overname?
Meld je dan aan bij Landmobiliteit.
Zit je met vragen rond bedrijfsovername? Groene Kring helpt je graag verder voor een succesvolle nieuwe start van het bedrijf, onder jouw vleugels, samen met het Kenniscentrum Bedrijfsovername (KCBO).
Wie een land- of tuinbouwbedrijf wil overnemen, kan met heel wat vragen zitten, zoals:
Wij willen je natuurlijk helpen bij het beantwoorden van die vragen. Daarom hebben Groene Kring, Boerenbond, Innovatiesteunpunt, SBB en KBC het Kenniscentrum Bedrijfsopvolging (KCBO) opgericht. Dat Kenniscentrum biedt deze ondersteuning:
Daarnaast kan een jonge overnemer bij Groene Kring terecht voor de opleidingen Junior Class management en Junior Class financieel inzicht. En ons magazine Stiel focust regelmatig op aspecten en getuigenissen van bedrijfsovernames.
Meld je dan aan bij Landmobiliteit.
In theorie kan dat, als een ondernemer nog ergens voldoende grond vindt die nog niet wordt gebruikt binnen een landbouwbedrijf. Maar die gronden zijn er in het Vlaams gewest amper, zeker omdat je voor de meeste sectoren grote gronden nodig hebt om rendabel te zijn. Ook wordt het steeds moeilijker om een nieuwe vestiging op te starten in het kader van de betonstop en de strengere regels op het vlak van ruimtelijke ordening. Starters die geen land- of tuinbouwbedrijf overnemen, doen dat vooral in de CSA-sector, met bedrijven die met minder grond rendabel kunnen zijn. In veruit de meeste gevallen start een nieuwe land- of tuinbouwer dus met een overname.
De meeste bedrijfsovernames in land- en tuinbouw gebeuren binnen families. Externe overnames kunnen in theorie natuurlijk ook, maar dit is vaak financieel nog uitdagender dan een familiale overname. Bij een familiale overname gebeurt de overname in stappen, waarbij vaak ook op hetzelfde moment de puzzel van successieplanning gelegd wordt. Op die manier wordt dan gezocht naar een evenwicht tussen gelijkberechtiging van alle kinderen en de bedrijfszekerheid voor de opvolger. Doordat de overname in stappen gebeurt kan eerst een eerste overname (van – een gedeelte van - de roerende goederen) gebeuren, en na aflossing van de hierbij horende lening overgegaan worden naar een tweede overname (van onder meer de onroerende goederen). Bij een externe overname zal dit vaak in een stap moeten gebeuren & zal de overlater meer het onderste uit de kan willen halen, en is het ook niet altijd vanzelfsprekend om een (lange) pacht te krijgen op de familiale gronden. Die pacht is echter nodig voor een landbouwer, zeker in de opstart van de carrière, want dan moet er nog financiële ruimte zijn voor eventueel hoge investeringskosten en de aflossing van de overnamelening.
Want net zoals bij elke bedrijfsovername moet naar de centen worden gekeken: is het financieel haalbaar om een land- of tuinbouwbedrijf over te nemen en rendabel te houden? Een jonge land- of tuinbouwer moet daarvoor vaak de bank overtuigen, om een lening te krijgen. Voor dat financieel plan voor de overname van een land- of tuinbouwbedrijf moet de overnemer dus goed kijken naar:
In onze sector zijn veruit de meeste overnames familiaal. We gaan er vanuit dat hierdoor de overname gemakkelijker zal verlopen: we kennen immers elkaar, en kennen elkaars positieve punten en werkpunten. Maar let hiermee op: door de overname creëer je een nieuw soort relatie; van ouder-kind relatie ga je naar een relatie van collega’s, medevennoten. De samenwerking tussen de twee generaties duurt vaak ook voor een langere tijd: vaak zijn de overlaters op het moment van de overname nog relatief jong en draaien ze nog heel wat jaren mee in het bedrijf. Daarom zijn afspraken over de samenwerking zo belangrijk. Te bespreken thema’s zijn onder meer:
Je kan je hierbij laten begeleiden: de consulenten van het Kenniscentrum Bedrijfsopvolging van Boerenbond helpen je graag bij deze familiegesprekken. Inspiratie kan je ook halen uit de brochure 'Geef je samenwerking kleur'.
Bij de overname van een landbouwbedrijf kiest de nieuwe eigenaar voor een bepaalde bedrijfsvorm: een eenmanszaak, een maatschap of een vennootschap. Elke vorm heeft voor- en nadelen rond bijvoorbeeld aansprakelijkheid, fiscaliteit en de status van meewerkende overlaters of partner.
Bij een samenuitbating of maatschap wordt nog verder samengewerkt tussen overlater en overnemer, dat is een gedeeltelijke overname. Bij een volledige overname met een eenmanszaak of vennootschap neemt de overnemer de leiding over het land- of tuinbouwbedrijf. Over de bedrijfsvorm moet een jonge boer(in) van bij het begin goed nadenken. Achteraf kan hij of zij wel van structuur veranderen, maar dat brengt extra kosten met zich mee.
In het hoofdstuk 'Uitbatingsvorm' in de brochure 'Geef je samenwerking kleur' gaan we dieper in op de parameters waar je rekening mee moet houden bij de keuze van de uitbatingsvorm. Zo kan je jezelf goed voorbereiden op het gesprek met de boekhouder of bedrijfseconomisch adviseur. Zij helpen je vervolgens de puzzel goed te leggen.
Wat zijn die parameters onder meer:
Het is goed om uit verschillende hoeken hulp te vragen. Zo krijg je verschillende invalshoeken die elk op een andere manier naar het bedrijf kijken. Zo kan je terecht bij het Kenniscentrum Bedrijfsopvolging van Boerenbond, je boekhouder, een bedrijfseconomisch adviseur en je bank.
Binnen het netwerk rond Groene Kring zijn er ook experts die op maat kunnen adviseren. Zo kunnen de consulenten van Boerenbond helpen, tegen een voordeelprijs voor Groene Kring-leden. Tijdens de familiegesprekken met het Kenniscentrum Bedrijfsopvolging ga je dieper in op de stappen die gezet moeten worden tijdens het proces, in welke volgorde je deze moet nemen en wie je best betrekt in de gesprekken. Daarbij gaan de consulenten op zoek naar jullie verhaal: welke timing zien jullie voor ogen, wie gaat Ook de familiale en sociale aspecten worden extra uitgelicht in deze gesprekken. Tenslotte wordt ook de nadruk gelegd op afspraken rond samenwerking tussen de generaties, een vaak onderschat thema.
Bij een overname contacteer je best ook snel je boekhouder, en dan liefst een boekhouder die gespecialiseerd is in de land- en tuinbouwsector. Bij voorkeur is dat de boekhouder van de overlater, die kent het bedrijf goed en kan inzichten geven. Maar dat kan ook een nieuwe boekhouder zijn, die de boekhouding van de vorige jaren kan opvragen en analyseren.
Daarnaast is het ook goed om advies in te winnen van een bedrijfseconomisch adviseur van bijvoorbeeld SBB. Zij zijn gespecialiseerd in het begeleiden van kruispuntmomenten in het leven van een agrarisch ondernemer. De Bedrijfseconomisch adviseurs hebben een helicopterview over het volledige verhaal en leggen alle puzzelstukjes samen tot een definitief overnameproject. Zij helpen je bij iedere stap met de keuzes rond de uitbatingsvorm, de waardering van de roerende, onroerende en immateriële activa, de opmaak van een financieel plan, het invullen van alle noodzakelijke documenten, de werkelijke overdracht enz. En dit alles rekening houdend met de randwetgeving. Bij het uitwerken van de overname wordt ook vaak al naar de vermogensplanning van de overdragers gekeken. Ook hierbij kunnen de Bedrijfseconomisch adviseurs helpen.
Ook de relatiebeheerder van de bank kan je helpen bij je bedrijfsovername. Bij de overname zal je hoogstwaarschijnlijk een overnamekrediet moeten aangaan. Vraag al eens na bij je relatiebeheerder wat belangrijk is voor jullie bank: wat moet er in het ondernemersplan staan, welke kenmerken vinden ze belangrijk bij een overnemer, welke voorwaarden leggen ze op? Banken zoals KBC die gespecialiseerd zijn in de land- en tuinbouwsector hebben ook agrarisch experten die je ook al kunnen inwijden in de aandachtspunten waar je op moet letten bij de overname.
Bij het uitwerken van de overname wordt ook vaak al naar de vermogensplanning van de overdragers gekeken. Waarom en hoe zullen uitgelegd worden door de voorgaande adviseurs, maar voor de uitwerking van eventuele schenkingen of andere kan je ook te rade gaan bij je notaris.