Dag Robin, hoe ben je bij Groene Kring terechtgekomen?
Robin:
“Via vrienden die al bij Groene Kring zaten. Ik ben zo’n 8 jaar geleden eens komen helpen op een activiteit en niet meer weggegaan.

Je bent ook kernlid bij Groene Kring Mechelen. Wat doe je precies?

Robin: “Ik ben verantwoordelijk voor de ledenwerving en drank op evenementen. Twee jaar geleden ben ik bij de Kern beland. Ik was al lid, maar als kernlid heb je meer inspraak en iets meer mogelijkheden om zaken vast te pakken. Ik was gemotiveerd en ambitieus genoeg om mijn eigen steentje te willen bijdragen.” 

Thuis telen jullie schorseneren, dat is een nicheproduct, kan je wat meer over de teelt vertellen?

Robin: “Sinds corona is deze teelt niet meer dezelfde. Het is zeker niet de gemakkelijkste teelt, aangezien de kiem heel gemakkelijk kapot kan gaan door stof. Zie ik een toekomst in de teelt? Niet echt. Maar, wil ik de teelt behouden op dit moment? Zeker wel. Er kruipt veel werk in, maar wij zijn een van de enige die deze teelt hebben. We hebben dus een mooi aandeel aan vaste klanten en we hebben er al het materiaal voor."

Welke bedrijfstakken zijn er verder nog op het ouderlijk bedrijf?

Robin: “Sinds dit jaar zijn Mijn broer Alexander en ik in bijberoep begonnen met koolrabi, voorlopig nog een kleine teelt. We hebben voor koolrabi gekozen, omdat we voor het telen van de schorseneren veel binnen zitten. Voor koolrabi zit je dan weer voornamelijk buiten, wat ook goed uitkwam. Verder zijn we ook bezig met het telen van wortelen en zomerprei. De wortelen hebben veel water nodig, maar deze teelt loopt redelijk vlot. De zomerprei hebben we ingezet om het seizoen van de schorseneren te overbruggen. We hebben een aantal keer last gehad van trips, waardoor ik heb moeten spuiten en de waarde van de teelten op de veiling lager geschat werd.”

Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen wanneer je werkt met nicheproducten?

Robin: “Het vinden van personeel en de druk van de landbouw in het buitenland vormen grote uitdagingen. In Duitsland zijn de eetgewoonten bijvoorbeeld helemaal anders, waardoor ze een grotere productie van koolrabi hebben en de prijs veel lager ligt dan bij ons. Zeker voor schorseneren is de marktzekerheid bij ons laag en zie je de vraag jaarlijks dalen. Ik vind het daarom belangrijk dat er aandacht is voor lokale boeren en dat jonge land- en tuibouwers de kans krijgen om hun producten op de Belgische afzetmarkt te brengen. Ook gewasbeschermingsmiddelen vormen een grote uitdaging. Globaal gezien hebben de teelten van nicheproducten een klein areaal, waardoor heel veel middelen niet meer erkend worden. Europese landen kennen ook nog eens een strengere wetgeving op vlak van gewasbescherming en personeel tegenover andere landen, wat het moeilijker maakt om een goed product aan een goede prijs af te leveren.”

Valt jouw toekomst bij Groene Kring en op het ouderlijk bedrijf te combineren?

Robin: “Ik wil sowieso bij Groene Kring blijven. Sinds een maand zit ik zelfs in de werkgroep Tuinbouw. Het mooie aan die werkgroep, is dat je met andere telers uit verschillende gewesten in contact komt. Hoe meer mensen je kent, hoe meer je elkaar kan helpen. Groeien doe je nooit alleen. Mijn doel is om zoveel mogelijk nieuwe leden uit de regio te bereiken en Groene Kring Mechelen uit te breiden met jonge leden. Of het combineerbaar is met het werk bij witloofbedrijf Magnus en mijn ouderlijk bedrijf is nog af te wachten. Volgend jaar zou ik halftijds gaan werken bij Magnus en meer thuis gaan werken. Als alles volgens plan verloopt, zou ik binnen 3 jaar willen overnemen bij mijn ouders. Eenmaal ik heb overgenomen, zou ik kijken voor welke producten er toekomst is. Alles waar toekomst in zit en wat toekomstzekerheid biedt, zou ik verderzetten of opstarten. Iedereen wil zijn boterham verdienen, natuurlijk."