Bert Defruyt (33) uit Groene Kring Diksmuide heeft een gemengd bedrijf en een loonwerkbedrijf in Nieuwpoort. Hij nam deel aan het demonstratieproject ‘Jonge boeren, levende grond’.
Bert: “Momenteel zit ik samen met mijn partner Gerlien volop in de overname van het ouderlijk landbouwbedrijf. We hebben enkele vaste akkerbouwteelten in graansoorten zoals tarwe, graszaad en suikerbieten, maar we proberen ook enkele teelten uit. Dit jaar zijn dat vlas en koolzaad. Eigenlijk zijn onze teelten de typische teelten voor zware grond. Daarnaast werk ik bij CNH als innovatie-ingenieur, ben ik loonwerker en geef ik les in de B-cursus.”
Bert: “Ik specialiseer mij in het zaaien van granen, mengteelten en groenbemesters, met zowel een fronttank als een directzaaimachine van Claydon. Met een fronttank kan je tot 3 verschillende soorten mengteelten tegelijk of een mengsel van verschillende soorten zaden zaaien. We hanteren het principe strip-till: diepe grondbewerking gecombineerd met directzaai. Dat is goed om mee te beginnen in Vlaanderen, omdat het geen zuivere directzaai is. Met een Claydon kan je met 9 tanden op 3 meter tot maximaal 25 cm diep gaan. Verder nivelleer ik met een kilverbak en werk ik met Optisurface. Het is de bedoeling om nog meer te gaan inzetten op mechanische onkruidbestrijding en een integrale aanpak rond groenbemesters.”
Bert: “Het begon allemaal bij mijn interesse in machines. Ik wou weten welke machine geschikt was voor elke bodem. En zo raakte ik geïnteresseerd in de vereenvoudigde toepassing van grondbewerking. Ik heb mijn bodem vaak geobserveerd, maar ik heb ook geleerd uit buitenlands praktijken, stages en online bronnen. Het is leuk om al die info te vertalen naar je eigen omstandigheden. Je kan experimenteren en zien wat het betekent voor jouw bedrijf.”
Bert: “Het project is op mijn lijf geschreven: jonge boeren en levende grond. Basisprincipes als complexe groenbemesters, goede teeltrotatie en integratie van dieren werken echt. Als boer leer je maar één keer per jaar, dus ervaringen delen is waardevol. Ook Vlaamse initiatieven zoals B3W en projecten als PolderOntploegd en SIMONE geven inspiratie. Maar experimenteren kan soms moeilijk zijn, omdat jonge boeren economische zekerheid nodig hebben om investeringen af te betalen.”
Bert: “Eigenlijk moet je gewoon durven zeggen: ‘Laat me eens iets proberen en trek je er niets van aan.’ Dan zie je wel hoe het loopt. Na de droge zomer van 2022 hebben we niet geploegd na de groenbemester. De bieten groeiden goed en bij nat weer hield de bodem stand. Door resultaten te tonen, kon ik mijn vader overtuigen. Ook leveranciers en collega’s tonen nu interesse. Economisch gezien kunnen we de stijgende kosten voor fytoproducten en kunstmest niet blijven dragen, dus moeten we kijken naar robuuster bodembeheer.”
Bert: “Minder of niet ploegen behoudt de draagkracht van de bodem en vermindert insporing. Het vraagt wel een integrale aanpak met groenbemesters. Het combineert economie en ecologie: minder brandstof en tijd, meer bodemkwaliteit. Met onze zaaimachine leren we ook veel van collega’s die inzetten op agro-ecologie. Tot nu toe heb ik geen grote nadelen ondervonden. Mijn doel is om de bodem beter achter te laten voor mijn eigen kinderen.”
Bert: “Ik vind Groene Kring heel leuk, omdat je andere jonge boeren leert kennen. Er zijn telkens interessante bedrijfsbezoeken en het is ook wel nodig om af en toe eens te ontspannen. Groene Kring organiseert daarvoor allerlei activiteiten.”
Wist je dat Bert na zijn Groene Kringpensioen nog steeds de communicatie van Groene Kring kan ontvangen? Door ‘Vriend van Groene Kring’ te worden, blijft hij nog steeds 10 keer het ledenmagazine Stiel ontvangen, samen met de maandelijkse ledennieuwsbrief en de belangennieuwsbrief. En dat allemaal voor maar € 40/jaar. Zelf vriend worden?
