Hoe ben je bij Groene Kring terecht gekomen?

Pieter: “Toen ik jong was, hoorde ik al veel verhalen over Groene Kring van mijn ouders en van jongeren uit de buurt. Aangezien mijn vader ook altijd bij Groene Kring is geweest, was het voor mij vanzelfsprekend dat ik op een gegeven moment ook lid zou worden. Toen enkele Groene Kringers uit de buurt langskwamen om te vragen of ik wilde aansluiten, heb ik dan ook niet lang getwijfeld.”

Wat zijn je herinneringen aan het leven op de boerderij?

Pieter: “Waarschijnlijk was dat spelen en ravotten in de stallen en het stro, of mee met mijn vader in de tractor op het veld. Natuurlijk zijn er ook foto’s van mij op de boerderij die veel vroeger zijn genomen.”

Wat vond je het leukste aan opgroeien op een boerderij?

Pieter: “Als kind was het fijn dat mijn ouders altijd in de buurt waren. Ik kon direct bij hen terecht met vragen of problemen, zonder te wachten tot ze thuis waren van hun werk. Daarnaast stond ik al vroeg dicht bij de voedingsketen, waardoor ik veel leerde over de sector en de verschillende beroepen die daarin bestaan. Dat beseffen mensen buiten de sector vaak niet.”

"Naarmate ik ouder werd, kreeg ik taken die meer verantwoordelijkheid vragen."

Pieter Boonen

Had jij als kind al taken op de boerderij?

Pieter: “Ik kreeg vooral kleine, simpele taakjes die veilig waren, zoals de kalveren voeren of klein materiaal, zoals een schop, ronddragen op de boerderij. Toen ik ouder werd, kwamen daar taken bij waarbij meer verantwoordelijkheid kwam kijken, zoals rijden met de tractor of helpen bij het melken.”

Wat zijn de grootste uitdagingen van opgroeien op een boerderij?

Pieter: "Interesses buiten de sector ontdekken, is wel een uitdaging. Je rolt vanzelf in de landbouw, dus die interesse ontstaat vaak vanzelf. Het is dan lastig om iets anders te proberen. Vaak hopen ouders dat ten minste één kind de boerderij overneemt. Hoe mijn ouders hierover denken, weet ik niet precies, maar zelf zou ik het jammer hebben gevonden als de boerderij uit de familie was gegaan. Het is een levenswerk waaraan je van kinds af aan hebt bijgedragen.”

Hoe heeft opgroeien op de boerderij invloed gehad op je relaties met familie en vrienden?

Pieter: "Mijn hele naaste familie komt uit de landbouw. Mijn grootouders langs vaders- én moederskant waren landbouwers, en zij weten wat het is om op een boerderij op te groeien. Wat vrienden betreft, heeft dat onbewust wel invloed gehad. Je zoekt vaak mensen met dezelfde passies en interesses. De meesten van mijn vrienden komen dan ook uit de landbouw, zij begrijpen onze situatie beter.”

Heeft het je jeugd beïnvloed?

Pieter: "Als vrienden iets gingen eten of drinken, moest ik soms passen of kon ik pas later aansluiten omdat ik nog moest werken in de stal. Ik ging vroeger wel eens op stap en ik doe dat nu nog, maar ik ben nooit een grote feestganger geweest. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik iets gemist heb door mijn werk op de boerderij, eerder omgekeerd: soms vond ik het jammer dat ik moest studeren en daardoor niet kon helpen op de boerderij."

Heb je ooit overwogen om een ander leven te leiden, buiten de boerderij?

Pieter: "Nee, dat heb ik nooit overwogen. Landbouw zit in mijn bloed en ik heb altijd geweten dat ik in de sector zou blijven. Wel heb ik er even aan gedacht om de boerderij van mijn ouders niet over te nemen. Ik heb een half jaar op een andere boerderij gewerkt, maar ondanks dat ik het daar graag deed, kon ik de ouderlijke boerderij moeilijk loslaten. Toen er meer werkkrachten nodig waren, ben ik voltijds op de boerderij van mijn ouders beginnen te werken.”