Het afgelopen jaar is nog maar eens pijnlijk duidelijk geworden dat het landbouwbeleid voor onze sector te vaak op losse schroeven staat. Terwijl we als veehouders elke dag werken aan diergezondheid, voedselveiligheid en duurzaamheid, lijkt het beleid vooral bezig te zijn met symboolmaatregelen en extra administratieve rompslomp die weinig voeling hebben met de realiteit.
IBR is hiervan al een actueel voorbeeld. Als veehouders hebben we de afgelopen jaren zware inspanningen geleverd om de bedrijven vrij te hebben en houden van IBR. Werken aan de bioveiligheid, opvolging en monitoring zijn ondertussen al dagelijkse realiteit geworden. Vaccineren werd verboden, terwijl het eigenlijk een goede verzekering kan zijn voor je veestapel. Op vandaag zou je dan terug beginnen vaccineren, wat weer gevolgen heeft voor je statuut. Op deze manier voelen velen zich afgestraft in plaats van gesteund voor het harde werk elke dag opnieuw.
Daarbovenop komt de onbegrijpelijke 5% reductie die elke veehouder moet melden. Als je het beleid logisch probeert te volgen, bots je opnieuw snel op tegenstrijdigheden. Vandaag moeten we als vleesveehouders 5% reduceren, terwijl er nauwelijks technieken erkend zijn voor vleesvee. Straffer nog, vandaag moeten we gaan reduceren terwijl de vleesveesector tegen 2030 eigenlijk al voldoet aan de reductie. Het voelt wat aan als sturen zonder kompas. Veehouders worden verplicht om nu structurele beslissingen te nemen, zonder enige zekerheid over wat er morgen verwacht zal worden.
Het aankomende GLB brengt dan ook nog de nodige zorgen met zich mee. De zoogkoeienpremie blijft voor onze sector een belangrijke pijler, geen luxe maar een noodzakelijke ondersteuning om rendabel en duurzaam te kunnen blijven produceren in een markt met weinig ademruimte. Een degelijk budget voor deze pijler is dus essentieel. Daarnaast zouden de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op deze steun, eenvoudiger en werkbaarder moeten worden. Er zou meer keuze moeten zijn uit verschillende maatregelen, zodat je maatregelen kan toepassen die voor jouw bedrijf haalbaar en duurzaam zijn.
In het kader van de Vlaamse landbouwvisie 2030-2050 gebeuren er voor elke sector binnen de landbouw SWOT-analyses. Binnen de werkgroep proberen we deze dan ook al in kaart te brengen, waar we eigenlijk vaak bij dezelfde grote knelpunten uitkomen. Vooral de onzekerheid, nodeloze administratie en de absurde regels die soms contradictorisch zijn, zijn punten die meestal naar boven komen.
De vleesveesector kan op vandaag niet echt rekenen op duidelijke kaders of langetermijnstrategieën, we moeten het vaak doen met een lapwerk van tijdelijke maatregelen. Desondanks blijven wij toch doorgaan, met veel liefde voor de dieren, kennis van zaken, respect voor het vak en engagement voor voedsel van eigen bodem. Misschien is het niet met grote woorden of straffe slogans, maar wel elke dag opnieuw, in de stal en op het erf!
Claeys Martijn, ondervoorzitter werkgroep vleesvee- en kalveren